Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 19-02-2023

de weg van alle vlees gaan

betekenis & definitie

(17e eeuw) (euf.) sterven. Deze uitdrukking is al erg oud en gaat min of meer terug op de bijbel. Mogelijk ligt de kern ervan in de woorden van God tot Noach: “ Het einde van alle vleesch is voor mijn aangezicht gekomen, want de aarde is door hen vervuld met wrevel; en zie, ik zal ze met de aarde verderven.” (Genesis 6:13). Het WNT citeert J. Cats (1655) en De Bruyn (1714). Marcel Moring publiceerde in 1995 ‘Bederf is de weg van alle vlees’. Vgl. Eng. the way of all flesh (tevens titel van een roman van Samuel Butler uit 1903).

• O God, en aller Heeren Heer,
Nu laat gy uwen Knecht in vreden,
Na uwen woorde: en begeer,
Den weg van alle vlees betreden… (Jacob Steendam: Den distelvinck. 1649-1650)
• Eufemismen voor sterven zijn o.a. overlijden (in M.E. taal nog gevoeld als: voorbijgaan) heengaan, verscheiden, niet meer zijn, ontslapen, inslapen, de ogen sluiten, de eeuwige rust ingaan, de laatste adem uitblazen, uit zijn lijden zijn. Christelike uitdrukkingen zijn: het tijdelike met het eeuwige verwisselen, het tijdelike zegenen, uit de tijd zijn, in betere gewesten zijn, opgeroepen worden, de weg van alle vlees gaan, naar de hemel (naar onze Lieve Heer) gaan, in vrede (in den Here) rusten, tot zijn vaderen verzameld worden, door God tot zich genomen worden. (de Nieuwe Taalgids. Jaargang 14. 1920)
• Want ofschoon er veel edele doodsvijanden, zo van hem als van zijn adellijk huis, op de allerspoedigste wijs aldus de weg van alle vlees gingen, waren er onder deze rampzalige slachtoffers echter ook verscheidene, die de oude edelman of onder zijn boezemvrienden, of onder zijn bloedverwanten telde, en vermits doorgaans de goederen der onthalsden geconfisqueerd werden, gebeurde het nu en dan, dat hij er een zeer aanzienlijke erfenis of een groot legaat door kwam te missen! (Gerrit Paape: Het leven en sterven van een hedendaags aristocraat. 1985)
• En terwijl de onderwereld paradijselijke dimensies kreeg door het idyllisch zonnetje dat erboven hing weergalmde Hasta’s stem tussen de lijkenpaleisjes, kassiewijle zijn, een tuintje op je buik hebben, de weg van alle vlees gaan, ad patres, naar betere oorden, tot de vaderen, naar de eeuwige jachtvelden, naar Styx, bij Osiris, in Charons boot, Hasta was op dreef, Hasta draafde door, nooit de dingen bij de naam noemen, dat was Hasta, nooit rechtstreeks op je doel afgaan, liever sterven dan ‘sterven’ te moeten zeggen, de kraaienmars blazen klonk toch oneindig veel mooier ook al begreep anderhalf paard maar waar je het over had, daar ging het niet om, het ging er niet om je helder en waarheidsgetrouw uit te drukken, het ging erom jezelf te verblinden met klater goud zodat je die godsgruwelijke grauwheid om je heen niet meer hoefde te zien! (Peter Drehmanns: Schaduwboksen. Schaduwboksen. 2003)
• Dat er van een mens alleen een geraamte overblijft, deed hem weinig en wat hemzelf betrof: hij vond het juist een geruststellend idee dat hij de weg van alle vlees zou gaan, net als iedereen. (Rascha Peper: Vossenblond. 2011)