Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 15-07-2021

de pan uitflippen

betekenis & definitie

(1989) (jeugd) zijn zelfcontrole verliezen; compleet doordraaien; door drugs in een roes raken. Vgl. Engels: 'to flip out'; Duits: 'ausflippen'.

• Dus, als ik over de schreef ging, kon ik evengoed helemaal uitflippen. (Panorama, 07/02/1989)
• Smitse en Bijl zouden ongetwijfeld de pan uitflippen als ze dit vernamen. (Jan van Daalen: Sans rancune. 1991)
• De stand up comedians zullen halverwege 1995 een politieke partij oprichten, want ze weten natuurlijk niet dat stand up comedians dat niet doen. Het uppen zal hier zo ongenadig de pan uit flippen, dat er beperkingen aan buitenlanders moeten worden opgelegd. Eigen volk eerst. (De Volkskrant, 06/01/1995)
• Ik flipte de pan uit. Hoe kon die vent dat weten? (Daniel Lohues: Zes jaar vrijdagmiddag. 2013)
• Mijn ouders flippen de pan uit als ze weten dat ik via Facebook een date heb. (Ingrid Kluvers: En ik dan? 2014)