(1980+) (journalistencliché) titel van een (verfilmde) roman (1984) van de Tsjechische schrijver Milan Kundera (geb. 1929). Voluit: De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. In de pers doken er verschillende, al dan niet grappige, varianten van deze ondertussen gevleugelde uitdrukking. op, zoals:
• De ondraaglijke slechtheid van de mens. (Rita Kohnstamm: Het echte leven is geen meisjesboek, 1993)
• De ondraaglijke duisternis in Zwervers bestaan. (Trouw, 08/09/1995)
• De ondraaglijke traagheid van ons bestaan. (De Morgen, 12/09/1995)
• ... de ondraaglijke lichtheid van de kleine handicap. (de Standaard, 08/09/1999)
• De societyrubriek van Cornald Maas kende een lange incubinatietijd. Voor een deel van de redactie staat die symbool voor de ondraaglijke lichtheid van de krant. (HP/ De Tijd, 03/08/2001)
• Op het moment dat ik aan een efficiënte zelfmoord denk omdat ik de ondraaglijke leegheid van het bestaan niet langer aankan, wil ik dat stukje nog even terugzien. Daarna steek ik mijn hoofd glimlachend door de strop. (NRC Handelsblad, 29/03/2003)
• Maar Blair heeft geen moeite om tussen de bedrijven door de ondraaglijke lichtheid van het bestaan te benadrukken. (Vrij Nederland, 17/05/2003)
