Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 20-09-2021

de landmeter gesproken hebben

betekenis & definitie

(19e eeuw) (ook: de landmeter spelen) (sch.) dronken zijn.

• Hij speelt den landmeter. Als de landmeter met zijn'meetketting aan ’t werk is, dan heeft zijn bukken' en voortgaan wel iets van den waggelenden gang des dronkaards, die met vallen en opstaan zijnen weg vervolgt, en dus met zijn lichaam den grond meet. Vandaar de vergelijking, (A.E. B. Herroem: Bacchus in spreekwoordentaal, aangetoond in eenige honderden spreekwoorden en spreekwoordelijke gezegden. 1874)
• De landmeter gesproken hebben: Zo’n honderd jaar geleden veelgebruikt synoniem voor 'dronken zijn’. Een taalkundig vademecum uit die tijd schrijft ter toelichting: „Als de landmeter met zijn meetketting aan het werk is, dan heeft zijn nukken en voortgaan wel iets van den waggelenden gang des dronkaards, die met vallen en opstaan zijnen weg vervolgt, en dus met zijn lichaam den grond meet." Dronken zijn werd toentertijd ook benoemd als van Teeuwis noch Meeuwis weten, gouverneur zijn, de hondeziekte hebben, te veel stopgaren gebruikt hebben, Dirk aan het oor geslagen hebben, de vierde commies zijn, het buis aanhebben, het bramzeil gehesen hebben, in de rode baai werken, elf ogen zijn, van de lamp gelikt hebben, storm in de aars hebben, zijn bovenkamer aan Jan Glas verhuurd hebben of Klaasoom bij het slipje hebben. (het Vrije Volk, 10/12/1990)