Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 07-09-2020

de Kaap

betekenis & definitie

(1971) (Rotterdam) Katendrecht, vooral in de tijd dat het nog een hoerenbuurt was. Gelegen op de linkeroever van de Maas, waar ooit de prostitutie geconcentreerd was. Vanwege de verhoogde ligging vertoont het gelijkenis met een kaap. De Kaap was vooral een begrip voor de vele zeelieden die er 's nachts vertier zochten. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw, toen de rosse buurt ten onder ging aan porno, drugs en veel geweld, werd de prostitutie door de gemeente verboden in deze wijk. Ongeveer 700 meisjes van plezier moesten baan ruimen. 'Op de Kaap aanleggen': naar de hoeren gaan. Zie ook: hebben ze op de Kaap aangelegen?

• Zo zag mijn moeder zich de volgende dag weer genoodzaakt een wandeling naar de Kaap te ondernemen. ... (C.B. Vaandrager: De avonturen van Cornelis Bastiaan Vaandrager. 1963)
• „Kaap". ln de volksmond kreeg Katendrecht de bijnaam „De Kaap". (J. van Rhijn: Rotterdam van A tot Z: over personen, gebeurtenissen en instellingen van toen en nu in woord en beeld. 1970)
• Ik heb haar jaren later nog een keer ontmoet op de Kaap, daar was jij bij, geloof ik. (C.B. Vaandrager: De reus van Rotterdam. Stadsgeheimen. 1971)
• Naar de Kaap met de helverlichte dancings waar een lawaaierige band speelde. (Jan Cremer: Logboek. 1978)
• Huiszittende (in eigen of andermans woning) prostituées vonden een nieuwe stek op Katendrecht, de Kaap. (F.A. Stemvers: Meisjes van plezier, 1985)
• Ooit was de Kaap een begrip in Rotterdam en verre windstreken. Duizenden zeelieden zochten hier 's avonds en 's nachts vertier, verdreven hun eenzaamheid en lenigden, ver van huis, hun nood. Maar in de jaren zeventig ging de rosse buurt ten onder aan porno, drugs en agressie;. De gemeente verbood de prostitutie, en een van de weinige constanten in het zwabberende prostitutiebeleid van de Maasstad was dat de publieke dames sindsdien niet massaal mochten terugkeren naar de Kaap. (Haagse Post, 14/07/1990)
• In Rotterdam op de Kaap kon je altijd wiet scoren… Uit Kongo. (Kitty de Leeuw e.a.: Jong 1950-2000. Gepubl. 2000)
• (Marc van Oostendorp: Rotterdams. Taal in stad en land. 2002)
• De prostitutie op Rotterdam-Zuid was in de jaren zestig nagenoeg uitsluitend in de wijk Katendrecht (de Kaap) geconcentreerd. (J.A. Blauw: Dossier Blauw. Memoires van een oud-hoofdcommissaris van politie. 2004)
• Vroeger was hier het vertier, vroeger paradeerden tot aan de morgenstond hoeren, zeelui en studenten op de Kaap. (Sanneke van Hassel: Witte Veder. 2007)
• Het was altijd feest op de Kaap. De meisjes keken niet op een dubbeltje meer of minder, noch hun pooiers, noch de kasteleins van de cafés en nachtclubs, noch de gezinnen die achter in hun woningen peeskamertjes hadden getimmerd. (Simon Rozendaal: De winkel van mijn vader. 2011)
• ‘Geen beste buurt,’ zei Mimi. ‘Ze noemen het hier ook de Kaap. Op de Kaap wonen betekent vaak bittere armoede.’ (Ru de Groen: Een dagje in de stad. 2018)
• De Kaap is een plek waar het leven gewoon doorgaat. Als een magneet trekt het mensen uit de Amsterdamse rosse buurt. Surinamers, joden, prostituees vinden een nieuw thuis op de Kaap. (Dick Scholten: Betaalde troost. 2018)
• Katendrecht, 'De Kaap' voor Rotterdammers, werd al snel een wijk waar de gemeente Rotterdam haar 'sociale probleemgevallen' concentreerde. (Karina Meeuwse: Lang leven: het familieverhaal achter een Chinese toko. 2020)