1) (1980) (euf.) masturberen. Deze uitdrukking kan zowel op vrouwen als op mannen slaan. Kunst & Schutte vermelden ook 'de hand aan elkaar slaan': elkaar betasten tot wederzijdse bevrediging. Vondsten ontsproten aan een wel erg creatieve geest zijn: 'met de handkar* rijden' en 'van de handewerkersvriendenkring*'. Moeders vragen hun zoontjes soms om 'niet met zichzelf te spelen' (eveneens in het Engels: to play with oneself). Zie ook handbediening*. In het Frans bestaat de uitdrukking 'avoir la main occupée'. Duitsers 'haben die Hand im Spiel', 'legen die Hände in den Schoss' of gaan 'handarbeiten'.
• Ik zal in staat zijn zoveel van mijzelf te houden, dat ik die ontrouwe rotkerels helemaal nooit meer nodig zal hebben. Wacht maar, wanneer de hele meute eerst maar eens in bed ligt, dan zal ik eens even volgens de handleiding de hand aan mezelf slaan! (Marjan Berk: Liefde en haat. 1982)
• Hij masturbeerde. Een man van zestig die de hand aan zichzelf sloeg. (Leon de Winter: Hofmann's honger. 1990)
• Een blanke nicht voegt zich dan ook bij ons groepje en slaat de hand aan zichzelf. (De Groene Amsterdammer, 09/08/1995)
• Anderzijds is masturbatie erg in trek: steeds meer vrouwen slaan -met of zonder via hun lijfblad verkregen vibrator- de hand aan zichzelf. (Nieuwe Revu, 02/01/1997)
• Ook België kent sinds deze maand zijn eigen variant van Big Brother. Met Betty, de Westvlaamse slagersvrouw, die regelmatig voor de camera de hand aan zichzelf slaat, en Steven, exponent van de house-XTC-generatie. (NRC Handelsblad, 30/09/2000)
• Bovendien verricht moeder de vrouw nu seksuele handelingen waar vroeger een taboe op rustte. Een tippelaarster zegt: "Er zijn steeds meer alleenstaande mannen, maar dat vertaalt zich niet in meer betaalde, seksuele contacten. Die man blijft lekker thuis, huurt een videootje of heeft een abonnement op Canal+ en slaat de hand aan zichzelf." (de Telegraaf, 23/03/2002)
• Officieel mag een priester nog niet eens de hand aan zichzelf slaan, maar neemt u van mij aan dat er heel wat wordt afgepunnikt in het klooster en de pastorie. (NRC Handelsblad, 27/04/2002)
• (M.A. van den Broek: Erotisch spreekwoordenboek. 2002)
• Hij maakt zijn broek los en slaat de hand aan zichzelf. (Robert Anker: Hajar en Daan. 2004)
• Dat heeft iets ranzigs. Van die prostaatpratende oude mannen die ’s avonds massaal de hand aan zichzelf of elkaar slaan, die dan onderling gaan zitten smoezen. (Youp van ’t Hek: Hartjeuk en zieleczeem. 2004)
• Zelfs van Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) is wel beweerd dat hij op jongere leeftijd frequent de hand aan zichzelf zou hebben geslagen, waarschijnlijk naar aanleiding van een passage in Dichtung und Wahrheit. (Mels van Driel: Geheime delen. 2008)
• En laten we eerlijk zijn: als ik de hand aan mezelf sla, sta ik ook niet voor de spiegel. (Hans van der Beek: Mijn vrouw heet Petra. 2008)
• Hij besloot hier en nu, in de woonkamer, een klein stukje te gaan masturberen. Hij probeerde zich het vochtige, groene lichaam van de komkommervrouw voor de geest te halen en sloeg de hand aan zichzelf. (James Worthy & Pepijn Lanen: Wat een leven. 2011)
• Vrij laat ben ik begonnen met de hand aan mezelf te slaan en, daar de katholieke kerk geen vrouwelijke bisschoppen of goedheilig-dames kent, heeft het tot mijn achttiende geduurd eer ik voor de eerste maal een meisje dorst aan te raken. (Adriaan Bontebal: Tot hier en niet verder. 2012)
• De vroegere Rotterdamse bisschop Bär wordt al jaren geile Bär genoemd en hij weet heel goed waarom. Gijsen keek verlekkerd toe als jongetjes de hand aan zichzelf sloegen. (Youp van ’t Hek: Youp voor gevorderden. 2016)
2) (17e eeuw) (euf.) zelfmoord plegen. Syn.: zich iets aandoen*; de handjive* doen; zichzelf te kort* doen; er uitstappen*.
• Daifilo voorkomt nog net dat Tisiphernes de hand aan zichzelf slaat, waarop de edelman besluit zijn leven verder als dolend ridder te slijten. (P.C. Hooft: Granida. 1605)
• Anders dachten de dorpelingen er over, toen zij na twee dagen zoekens het lijk vonden. Zij begrepen, dat Aasmund niet door toeval zoo ver van huis kon zijn gekomen; hij moest de hand aan zichzelf geslagen hebben. (De Gids. Jaargang 73. 1909)
• Zelfmoord plegen heet: zich van het leven beroven, de hand aan zich zelf slaan, zich te kort doen, zich verdoen, zich van kant maken. (de Nieuwe Taalgids. Jaargang 14. 1920)
• 'Gelukkig,' sprak hij, 'ik dacht dat jij de hand aan jezelf wou slaan.' (Simon Carmiggelt: Kraaltjes rijgen. 1958)
• Hoe kom ik nu weer in slaap? Ik kan moeilijk nóg zo’n dot pillen nemen. Dan overlijd ik. ‘Ja, hij heeft de hand aan zichzelf geslagen.’ (Simon Carmiggelt: Alle orgels slapen. 1961)
• En zijn Lady Macbeth zal nooit de hand aan zichzelf slaan. (Simon Carmiggelt: Kroeglopen. 1962)
• ..... want hij had de hand aan zichzelf geslagen. (Simon Carmiggelt: Morgen zien we wel weer. 1967)
• Het was niet Henriette Vogel, zijn vriendin, die hem ertoe had aangezet de hand aan haar en aan zichzelf te slaan, noch ook was het de onmogelijkheid van hun verhouding. (Louis Ferron: De Gallische Ziekte. 1979)
• En dan had je de reclameman Wim Rap die na zijn intrede in een commune, gekweld door te zeer verdrongen jaloezie, de hand aan zichzelf sloeg. (Johnny van Doorn: Langzame wals. 1986)
• Eufemismen konden me in grote verwarring brengen. ‘Die vent heeft het met dat arme meisje gedaan’, ‘hij heeft de hand aan zichzelf geslagen’, ‘ze is zo ziek dat ze niets meer bij zich kan houden’; bij zulke uitdrukkingen had ik de vreemdste voorstellingen. (Ad van Iterson: Zuiderlingen. 1998)
• Volgens de uitleg die ze ons gegeven hebben is hij een natuurlijke dood gestorven maar ik geloof daar geen fluit van. Ik ben ervan overtuigd dat onze Jos de hand aan zichzelf heeft geslagen. (Erik Vlaminck: De zwarte brug. 2016)
Gepubliceerd op 01-03-2023
de hand aan zichzelf slaan
betekenis & definitie