Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 06-09-2021

dat zit nog

betekenis & definitie

(1916) (inf.) dat is nog helemaal niet zeker; dat valt nog te bezien.

• „Ei kom ju! dou wuust feulsen te graag”, riep zijn vrouwtje lachend en stompte hem eens tegen zijn breeden schouder, „'t is mar een mooi forsetsje voor „Klaas, niet oude?” - „Dat sit nog”, zei de „afgevaardigde” meesmuilend... (Doopsgezind jaarboekje. 1916)
• (F.A. Stoett: Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. 4de druk. 1923-1925)