(1935) (inf.) dat moet je niet onderschatten, gering achten. Slang. Syn. dat moet je niet uitvlakken; uitpoetsen.
• Dertig eeuwe zitte uitdele en er dan zacht en kalm bij gaan ligge.... Dat mot je niet uitpisse, Pollie! (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935)
• Jij bent door God met frontje en al op de wereld gezet. Dat mot je niet uitpisse! (Willem van Iependaal: De dans om de rinkelbom. 1939)
• (Ton Spruijt: Woordenboek van de stoelgang. 2004) p. 143