(1978) (Vlaanderen, inf.) narigheid; moeilijkheden; problemen. Ook: geen vodden willen.
• In het dorp zelf kon hij zich niet meer vertonen zonder dat hij aangeklampt werd om zijn belevenissen nog eens in geuren en kleuren uit de doeken te doen. Alleen Glen Vostaert, zijn vader, was niet te spreken over zijn handelswijze: ‘Daar komen vodden van,’ zei hij grimmig. ‘Je kent Temmo Lievens niet... Een invloedrijke welgestelde burger als hij laat zich zo maar niet voor schut zetten door een snotneus.’ (Robin Hannelore: De blauwe reigers. 1978)
• Els zegt dat ik een beetje moet opletten met al dat geschrijf en dat ik er nog eens iemand miserie mee kan bezorgen en er zelf ook last kan mee krijgen. Er komen vodden van. (Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 135. 1990)
• "Hier komen vodden van", meldde Guido Van Calster, die een paar uur voor de aankomst van de tweede Vuelta-etappe alvast een kijkje ging nemen in Vilamoura. "Ik hoop maar dat hier zich geen peloton van tweehonderd renners meldt." (Gazet van Antwerpen, 08/09/1997)
De dioxinecrisis heeft, na de kippenkwekers, nu ook de varkensboeren als hoofdonderwerp. De varkenshouders worden zwaar getroffen. Maar hoe zit het met het lijdend voorwerp van heel de affaire, de varkens? Michel Vandenbosch van Gaia ging het vragen aan André Bracke, voorzitter van de Vereniging voor Varkenshouders, Veva. Oeioei, dachten wij, daar komen vodden van. Niets bleek minder waar. (Het Nieuwsblad, 26/07/1999)
• UNIZO wil dat het wapen van de winkelier schietklaar onder de toonbank mag liggen. Dat zijn Amerikaanse toestanden. Willen we daar écht naartoe? Wij alleszins niet, want wapens, daar komen vodden van. (Het Belang van Limburg, 01/03/2002)