Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 13-12-2021

daar gaat ie weer voor niks

betekenis & definitie

(1905) (Amsterdam, joodse kringen) gebruikt wanneer iemand iets gratis verkrijgt. Opgekomen in de periode dat Amsterdamse politie-agenten zonder te betalen mochten gebruik maken van de tram. Verwijst niet alleen naar de titel van een toneelstuk uit 1905 (van Willy Mullens: 'Opgepast Kees. Daar gaat ie weer voor niks) als naar naar de titel van een straatlied uit begin twintigste eeuw. Dat ging als volgt: "Komt men in de Amstelstad / Vindt men zoo van alles wat (Komt men in de Amstelstad / Vindt men zo van alles wat). Refrein: Daar gaat ie ja daar gaat ie weer voor niets / Breng nu maar naar oome Jan u fiets (Daar gaat ie ja daar gaat ie weer voor niets / Breng nu maar naar ome Jan uw fiets)."

• Daar gaat ie weer voor niks. (advertentie in Rotterdamsch nieuwsblad, 07/03/1906)
• Want ieder oogenblik ziet ge den schalk onder de goedige, logge potloodpunt uitsnappen en u met een klein gestietje als 't ware spottend toewuiven: daar gaat-ie weer voor niks! (Studiën. Volume 44. 1912)
• Het begint ondergeteekende de keel uit te hangen, langer bij verkiezingen achter zich aan te krijgen: "Daar gaat-ie weer voor niks". Ik wil nu gekozen worden! (Notenkraker 7. 1913)
• ... en hij lachte nog eens, met zijn vuist voor zich uitstootend: „daar gaat-ie weer voor niks.... knokke maar.... knokke maar. (Samuel Goudsmit: In de groote leerschool. 1913)
• Als 'n voorbeeld hoe snel sommige woorden door 't land vliegen en hoe kort ze ook kunnen bestaan, dienen de spottende refereinen van café-chantantliedjes en dergelijke, zoals: Had je me maar! Hij zeit wat! Het zal niet gaan! Daar gaat-ie weer voor niks! Ik ben niet bang; ga jij maar eerst! Geef mij maar rijst! Hoe bestaat het! (J. Mathijs Acket: Stijlstudie en stijloefening. 1918)
• Nó, vooruit dan maar weer, daar gaat ie weer voor niks. De eerste aas heeft de eerste bank. (Alex Booleman: Verdoemenis. Het leven van een speler. 1931)
• Maar werken is gezond. Vooruit met de schuit! Daar gaat ie weer voor niks! (A.J.F. van Ostaden: Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 1. 1937)
• „Nou daar gaat-ie weer voor niks!" zei Breel. „Leit de zaak op volgorde, Jan?". (August Herman van der Feen: En ... het leven gaat voort. 1941)
• Daar gaat ie weer voor niks. Nou Jans, tot over twee maanden dan maar weer. (Piet Bakker: Cis de Man. 1946)
• En, de krant, wel wetend, dat ouders, verloofden en verwanten — en niet zuinig ook de reeds uit Indië gerepatrieerde jongens! - gretig kennis nemen van zijn met zoveel warmte (en hier bedoelen we geen zonnewarmte!) geschreven schetsen die het doen en laten van de reizigers zo levendig voor ogen stellen, de krant ruimt er van ganser harte een ruime plaats voor in. Vooruit, daar gaat-ie weer voor niks. (Limburgsch dagblad, 17/04/1948)
• Alles gaat op z'n tijd in de wadjan, wordt snel en technisch volmaakt gegongsengd (nooit doorgekookt of gesudderd) en dan netjes op het bord geschoven. Soya en tomatensaus er apart bij, schoteltje met atjar en daar gaat-ie weer voor niks. (Jan Johannes Theodorus Boon: Piekerans van een straatslijper. 1966)
• (Jaap van de Merwe: Gij zijt kanalje, heeft men ons verweten!: het proletariërslied in Nederland en Vlaanderen. 1974)
• ‘Daar gaan we weer voor niks!’ kraaide hij, toen ik vlak bij hem was gekomen. ‘Daar gaan we weer voor niks!’ (Gerard Reve: Oud en eenzaam. 1978)
• Daar gaat-ie weer voor niks. Waar dóén ze het van! Ze leven zeker van de lucht. Hij heeft een houten rollade /ham op tafel. Het is er vergulde armoede. Hij smeert zijn achterste met boter, maar eet droog brood. (Inez van Eijk: Als m'n tante een snor had... Meer dan 8000 gelijkhebbers, afhouders, dijenkletsers en andere uitdrukkingen uit de Nederlandse taal. 1995)