1) (2004) (< Eng.) (jeugd) relaxed, ontspannen. Ook een synoniem van cool*, vet*. Zie ook: chillax*; chilly*; chill out; super* chill relaxed.
• Is er hier in de buurt niet een chille tent waar we samen heen kunnen? (Renate Dorrestein: Zolang er leven is. 2004)
• Tegenover haar zat Yaja haar haarpunten te bestuderen. Ze bekeek een lok hier, ze bekeek een lok daar, en gaf er dan nuffige rukjes aan. ‘Wat je noemt een vet chille boel, mensen,’ zei ze na een tijdje. (Renate Dorrestein: Zolang er leven is. 2004)
• De leerlingen lachten om zijn plechtige manier van doen. Hij gebruikte nooit woorden als chill en cool om bij hen in het gevlij te komen. (Henry Sepers: De zondaars. 2005)
• We zijn intussen met een chill nieuw project bezig. (Sylvia Witteman: Pekingeend bij nacht. En andere pogingen tot echt heel erg gelukkig worden. 2007)
• Alles chill? Alles goed? (Wim Daniëls: Brugboekie. 2010)
• Dealen of roken, het zijn twee aparte dingen, man. Wees chill. (Khalid Boudou: Iedereen krijgt klappen. 2013)
• Turken zijn wel chille gozers. Je kan rustig met ze praten en chillen enzo. Het enige wat fockt-op is, is dat ze stinken, helemaal behaard zijn, een plat accent. Die schilders onder zijn raam stonden er namelijk best wel chill bij. (Auke Kok: De eenzaamste vrouw van Amsterdam. 2014)
• ‘Wow, wat een geweldige, superchille laarzen!’ riep Tara nog voordat we elkaar goed en wel hadden begroet. (Nausicaa Marbe: Smeergeld. 2014)
• Het grappige van jongeren is dat ze niet beseffen dat ze de ouwelullen van morgen zijn. Ze zijn heel trots op de taalgrapjes die ze beschouwen als geuzentaal: voor hen en voor niemand anders. Ze kijken meewarig naar volwassenen (reclamemakers en kinderboekenschrijvers kunnen het niet laten) die het menen te moeten hebben over cool en keivet, terwijl iedereen alláng chill zegt. (Of is dat alweer over?) (Lydia Rood: Hun verloedere me taal. 2011)
• Ga je dan een parkeerstudie doen? Biomedische wetenschappen, iets waar je daarna nog iets aan hebt? Of ga je een jaartje weg? Of? En dan komt je decaan met België aan. Klinkt niet chill. (Lenneke van der Burg: Bier, zweet & tranen. 2012)
• Wow, doe effe chill. (Jamal Ouariachi: 25. 2013)
• Gewoon een feestje, niks bijzonders, wel chill… Amuseer jij je een beetje? (A.H.J. Dautzenberg: En dan komen de foto’s. 2014)
• Alleen spontaan is oké. Zo geeft hij ook les. Vindt iedereen chill. (Lydia Rood: Survival. 2015)
• Iedereen is met iemand aan het praten, iedereen heeft drank, alles gaat vanzelf, lekker chill. (Griet Op de Beeck: Gij nu. 2016)
• Hé, ik heb een chill idee. Die foto moet je in de klassenchat posten. (Kees van Beijnum: Het mooie seizoen. 2017)
• Ik kom van niks. Mijn ouders hadden een uitkering, het was gewoon niet chill. (Rajko Disseldorp: Hiphop in Nederland. 2017)
• Ik kom niet bij mevrouw Adema om te huilen, ik vind het gewoon chill om mijn soms wat onoverzichtelijke studieprogramma met haar door te nemen. (Martje van der Brug: Zo doen we dat hier. 2018)
• En toen? Klinkt niet als een chill verhaal. (Peter Buwalda: Otmars zonen. 2019)
2) (2000+) (straattaal) afscheidsgroet.
• Chill. Tot dan. (Özcan Akyol: Eus. 2012)
• ‘Oké, bedankt meester,’ zegt hij. ‘Chill, dankjewel, nu is het duidelijk man.’ (Johan Goosens: Wie heeft er wél een boek bij zich? Een jaar lang leraar op een ROC. 2014)
• Chill man. Eerst even duizelen en dan recht naar de hemel. Alsof je urenlang klaarkomt, man. Spuiten als de brandweer en maar gaan en maar doorgaan. Waaaanzinnig. (Gert Jan de Vries: Tour de Farce. 2015)
