Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 02-08-2022

centenbijter

betekenis & definitie

(19e eeuw) (scheldw.) gierigaard; materialist. Varianten: centendief, centenkakker, centenkraai, centenneuker, centenpik, centenvreter.

• 'Ik moet zooveel niet babbelen!' mompelde hij. 'We mogen er het spel niet voortzetten: de onderpastoor, de kromme centendief, mocht lont gerieken en mij de deur uitschuppen.' (Reimond Stijns en Isidoor Teirlinck: Arm Vlaanderen. 1884)
• Leelijke, vuile jaloersche smeerlap, uitzuiger, centendief, opdrijver, ken je 't wel hooren? (Jef Last: Zuiderzee. 1934)
• (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1974)
• Zo'n armzalig minimumtrekkertje van die halvecenteneuker van een Drees. (Jan Wolkers: Brandende liefde. 1981)
• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• Het vooruitzicht van lege stoelen wekt in de stad minder verontrusting dan de 34 miljoen die minister d'Ancona in Limburg wil bezuinigen op cultuur en welzijn. Slechter nog valt haar plan om na 108 jaar een eind te maken aan het zelfstandig bestaan van het Limburgs Symphonie Orkest, een ensemble dat prat gaat op zijn warme, zuidelijke klank. Directeur Peter van de Braak beluistert in het voorstel slechts het gekras van een centenkraai, zo liet hij de bewindsvrouw weten. ""Het is een botte poging om de 1,1 miljoen Limburgers te benadelen', licht hij toe. ""En het ergste is nog dat het hier bezuinigde geld ten goede moet komen aan de Randstad. Onrechtvaardiger kan het niet.' (NRC Handelsblad, 07/12/1991)
• Is er vergeving voor de Nederlandse media die u hebben gebrandmerkt als een centenpik? (Elsevier, 09/04/1994)
• In 1907 bestreden de papenvreters de pilarenbijters. Wie bestrijdt nu de centenbijters? (Geert van Istendael: Anders is niet beter. 1996)
• Dat Extince dat commercieel uitbuit, zegt overigens veel over hem: Extince denkt alleen maar aan geld. Die centenneuker heeft geen enkel muzikaal respect. (HP/ De Tijd, 17/05/1996)
• ‘Zou jij in het noorden willen wonen?’
‘Bij die centenkakkers en chagrijnen?’ (Guus Bauer: Het geheim van Treurwegen. 2013)