(19e eeuw) (< Eng. to canvass, werven, bewerken) (pol.) verkiezingscampagne voeren door huis aan huis kiezers te ronselen. Canvas betekent eig. kleed gemaakt van hennep (Lat. canabis hennep). Het Engelse werkwoord ‘to canvas’ betekende oorspr. iets in henneplinnen gooien (voor de lol of als straf). Shakespeare gebruikte het reeds in deze betekenis in Henry VI. Hieruit ontwikkelde zich later de betekenis discussiëren (to canvass a matter). Daarmee is de link naar het werven van stemmen wel gemaakt, want kiezers wint men enkel voor zich door met hen in discussie te treden. Zie ook: grassroots* campaigning.
• Verder mag een civiele ambtenaar niet als spreker op ’t platform of met „canvassen” een kandidaat steunen. (Het vaderland, 21/10/1907)
• Het belangrijkste werk van de candidaat en zijn helpers de echtgenoten van de meesfe politici kan men doorgaans in actie zien is het z.g.n. „canvassen’, het ondervragen van de kiezers. (Twentsch dagblad Tubantia, 24/05/1955)
• canvassing, het verwerven van stemmen bij verkiezingen (in Engeland). (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)
• Hoe de verkiezingen ook zullen uitpakken, zonder gevolgen voor de vaderlandse taaltuin zijn ze in elk geval niet geweest: sinds enkele weken staat bij elke zichzelf respecterende politicus het „canvassen" op het repertoire. (De Telegraaf, 28/08/1982)
• Huisbezoeken afleggen -- canvassen -- is nog meer dan vroeger in trek. Het kost niets. (De Standaard, 25/05/1999)
• Je vraagt je eigenlijk af wie wie niet vertrouwt daar in Antwerpen: de burger de politiek of de politiek de burger? Die Antwerpse politici zullen de komende jaren ongetwijfeld weer gaan canvassen van deur tot deur. (De Morgen, 13/12/2002)
• Even later bemoedigt hij actievoerders in de stationsbuurt, die al jaren de verhuizing van een (wegens risicotransporten "levensgevaarlijk") spoorwegemplacement eisen. De middag canvassen wordt besloten in het gezelschap van een groep scholieren in de aula van een college. (Het Belang van Limburg, 16/01/2003)