(1950) (Oost-Vlaanderen, Barg.) Belgische frank; geld. 'Een slechte canus in iemands femen foefelen': iemand met een valse frank opzadelen.
• Canus. Ontleend aan het Bargoens van St. Niklaas. Te St. Niklaas bestaat de uitdrukking: “Ne slechte canus in iemands femen foefelen”: een slechte frank in iemands handen steken. De grandige drol van canus: totaal niets. (Bargoens van St. Niklaas). In het Bargoens van Roeselare heet zulks: drol van janus, en in het Bargoens van Zuid-Limburg: in den drol van jakke, in den drol van jochem. In dit laatste Bargoens dialect betekent jochem en canis: hond (wanneer men in de keukenkast kijkt en er niets in vindt) of wat men kortweg uitlapt: ’t Is van den hond: het heeft niets opgebracht. (Oostvlaamsche Zanten. Mededelingen van de bond der Oostvlaamse folkloristen, september-december 1950)