Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 09-04-2022

cantus

betekenis & definitie

(< Lat. cantare, zingen) (stud.) avondactiviteit, zang-en drankfeest, doorgaans in verenigingsverband. Het belangrijkste doel is kennismaking met medestudenten. Elke cantus wordt voorgezeten door een presidium (een college van voorzitter(s) en ondervoorzitters). Typische studentenliederen zoals Io Vivat en Gaudeamus Agitur ontbreken niet. Een vast onderdeel van het ritueel is ook de salamander*, een heildronk. Iedere cantus verloopt volgens bepaalde regels. Zo wordt er bijvoorbeeld niet gepraat, ook niet na de liedjes. In Nederland heeft men het eerder over een 'liederentafel'.

• Volgens de studenten nu is het hoog tijd dat het uit is met al dat rollen, fuiven, cantus houden en die grapjasserij van rijkeluizoontjes, die, zonder verantwoordelijkheidsgevoel en zonder zin voor maatschappijkritiek, zich in niets engageren. De talrijke politieke en hoogstaand-kulturele groeperingen, de regelmatig verschijnende studentenbladen en de politieke stellingnamen van de vroegere studentengeneraties in bijvoorbeeld de ontvoogdingsstrijd van Vlaanderen en van de Kerk, laten een andere mentaliteit vermoeden. (Ons Erfdeel. Jaargang 19. 1976)
• Maar het is intrigerend hoe de middeleeuwse theoretische geschriften doen blijken dat cantus wat letterlijk gezang betekent, als het ware een verzamelnaam is voor alle liturgische handelingen. Er is kennelijk niets dat niet gezongen wordt in de oudste tijden, behalve dan misschien de preek die er volgens sommigen wel en anderen niet in hoort. Het is met dat cantus voor gezang eigenlijk net zoiets als wat de oude Grieken mousikè noemden. Dat betekende in het algemeen niet alleen muziek, maar alles wat met de muzen samenhing, ook bij voorbeeld de poëzie. (De Volkskrant, 28/02/1981)
• Een goeie proms-avond is volgens Vereecke een samensmelting tussen 'n cantus — „Dat is een samenzang van studenten waarbij regelmatig een pintje wordt gedronken" — een goede voetbalwedstrijd — „nog maar zelden deze dagen..." — en een popconcert. (De Telegraaf, 26/10/1993)
• Zoals bekend legde burgemeester Jos Thys op 27 oktober jl. de Villicus in de Rooistraat een exploitatieverbod op voor twee maanden, op basis van drie elementen: brandonveiligheid, lawaaioverlast en verkeershinder. Op die sluiting kwam direct reactie van studenten (via betogingen, fakkeltochten en zelfs een cantus in de kou) en de uitbater. (Het Belang van Limburg, 19/11/1993)
• We kunnen het ons niet permitteren om zwaar in aanvaring te komen met de hogere instanties. Daardoor verlopen dopen hier toch iets geciviliseerder. Uiteraard gebeurt het dat mensen onwel worden. Het blijft een pittige combinatie van propere en vuile opdrachten, drill, een cantus en een stevig feestje. (Het Nieuwsblad, 04/11/2009)

< >