(1994) (< Eng.) aantrekkelijk, charmant (Amerikaans) meisje. Het Engelse 'candy' (snoep) is een slangterm met meerdere betekenissen: iets bewonderenswaardigs of wenselijks; geld; sieraden; een seksueel aantrekkelijk persoon van beide geslachten; seks; opium; cocaïne; heroïne; decoratie of personalisatie van een auto) .
• Wel aanwezig zijn de 'sfeermakers' van het type dat tegenwoordig ook bij house-avondjes op het platteland opdraaft voor een zweempje grootsteedse decadentie. Zoals de candy-girl, die met een bak Snickers en Marsen op haar buik de zalen doorkruist en een fooi met een betoverende glimlach beloont. (NRC Handelsblad, 05/09/1994)
• Maar in de showbizz gaat het Nicolas voor de wind. Begonnen als candy-girl in de RoXY, is Nicky Nicole na haar talkshows in Richter en haar succesvolle optreden in Havana weer terug in de RoXY. (Het Parool, 02/02/1995)
• Frank omschrijft de sfeer van de reportage als 'candy girl'. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? 'Het roze en de belichting roepen een candy-sfeer op, denk ik. Misschien dat mannen bij het zien van de foto's denken aan een snoepje om eens aan te likken.' (lacht en trekt ondeugend gezicht). (Het Nieuwsblad op Zondag, 10/01/2010)
• Een ideale outfit om de zon te trotseren? Een luchtig setje met een blouse en een mini-rok of short in exact dezelfde stof. Onze favoriete print van het moment: een candy girl-krijtstreep in rood. (Feeling Wonen, 15/08/2022)