(2009) (Vlaanderen, inf.) benoeming die volgens sommigen tot stand zou zijn gekomen na het verlenen van seksuele diensten.
• Na de ophef over de canapébenoeming van zijn secretaresses hingen hem tucht- en sanctieprocedures boven het hoofd. (Het Laatste Nieuws, 04/07/2009)
• Dat Belgen internationale functies ambiëren, kan alleen maar toegejuicht worden. Vraag is waarom dat met zes mensen moet gebeuren en waarom uitgerekend zijn secretaresse mee moet om te lobbyen. Alsof de rel over de zogenaamde canapébenoeming van diezelfde secretaresse al niet genoeg stof had doen opwaaien. (De Morgen, 19/02/2011)
• Vooral Ricour werd de rol van boze fee toegedicht. "Ze raakte aan die post omdat ze een relatie aanknoopte met Koekelberg. Een canapébenoeming", klonk het schamper. (Het Laatste Nieuws, 07/03/2011)
• In maart 2007 wordt de dan 52-jarige Fernand Koekelberg aangesteld als grote baas van de federale politie. Voordien had hij op het kabinet Binnenlandse Zaken mee de grote lijnen van de politiehervorming uitgetekend. Nog geen jaar later komt hij in opspraak door de hoge verloning voor zijn secretaresse Sylvie ¬Ricour. Het zou gaan over een 'canapébenoeming'. (De Standaard, 11/01/2014)