Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 26-09-2021

cammen

betekenis & definitie

(2006) (jeugd) via een webcam contact hebben met iemand anders.

• In de stad zag ik twee studenten afscheid nemen, een Nederlandse jongen en een Maokkaans meisje. 'We cammen!' riep de jongen. (Ronald Giphart: Mijn vrouw en andere stukken. 2009)
• De meest genoemde reden om op een verzoek tot seksueel cammen in te gaan is dat dit opwindend werd gevonden: twee derde van de jongens en bijna de helft van de meisjes noemt deze reden. (Cas Wouters: De jeugd van tegenwoordig. 2012)
• Je logt in op de computer met je eigen gegevens. Er is geen basissalaris. De computer houdt bij wat je hebt gedaan. Op basis daarvan krijg je betaald. Hoe langer je camt, hoe meer je krijgt. (Sandrine Jolie: Under cover. 2013)
• ‘Het betaalde redelijk en ik vond het spannend om te doen,’ zegt Maartje. ‘Het zijn zeker geen gouden bergen. Een uur onafgebroken cammen levert zo’n twintig euro op.’ (Sunny Bergman: Sletvrees. Inzoomen op uiterlijk, seks en cultuur. 2013)
• Drie keer in de week zit Eden een paar uurtjes voor de camera. Wie geen sessie wil missen kan een e-mail-alert instellen om gewaarschuwd te worden als het bal is. Want cammen, dat is een live-beleving. (Robbert Ophorst, Marijn Schrijver & Roelof de Vries: De Lustfabriek. 50 jaar Nederlandse porno-industrie. 2014)
• Er is niets bijzonders op de televisie en ik besluit nogmaals de zenders af te gaan. ‘Nu live cammen met onze hete webcamgirls.’ (Francien Regelink: Francien laat je tieten nog eens zien. 2016)
• Ik doe het allemaal; wappen, chatten, snappen, cammen, maar mailen vind ik het leukst. (Stella Bergsma: Pussy album. 2016)

< >