Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 30-12-2024

calypso

betekenis & definitie

(1956) (< zeenimf in de Odyssee van Homerus) (muz.) Caraïbische muziek met cynische, dubbelzinnige of moraliserende teksten. Deze muziekstijl ontstond te Trinidad. De calypso-traditie dateert uit het begin van de 19e eeuw maar werd vooral populair gemaakt door Harry Belafonte (o.a. met de Banana Boat Song) in de jaren zestig van de twintigste eeuw. De begeleidende instrumenten zijn doorgaans de shak-shak (maraca), cuatro (een snaarinstrument), tamboo-bamboo (bamboestokken van verschillende lengtes die op de grond worden geslagen) en steeldrums.

• Hierna volgde het optreden van enkele zeer goede kunstenaars, o.a. van de tenor Johan Besson, die kort geleden uit Nederland naar de Ver. Staten is geëmigreerd. Voor de jongeren, die in groten getale opgekomen waren, trad met veel succes een calypso-zanger en danser op. (Neerlandia. Jaargang 61. 1957)
• Rock 'n roll begint in de Verenigde Staten zijn zo voorspoedig gewonnen terrein te verliezen en de calypso heeft zijn plaats ingenomen. Dus? Juist: in City kunnen we nu gaan kijken naar de eerste calypso-film: „Calypso Joe". Het recept is onveranderd gebleven: de minnaar van deze muziek wordt tot aan de oren volgestopt met calypso's en moet het verhaal dan maar vergeten. (Het Parool, 22/06/1957)
• Een der ijlboden, op weg naar de procureur, bleef bij de deur van een kroeg luisteren naar een troepje calypsozangers, dat zich voorbereidde op het komend carnaval. (J. van de Walle: De overtocht. 1962)
• Ik ben nu op weg naar Trinidad om opnamen op de tape-recorder te maken van de calypso en de steel-band. (Tip Marugg: Weekendpelgrimage. 1966)
• Nu maak je ook nog een moderne fuif mee, zei Joyce tegen Wajono, ze gaan zeker op platen dansen. De jongeren houden niet van deze muziek.
Wajono keek toe hoe Joyce zich uitleefde in een calypso. Ze knipoogde naar hem. (Thea Doelwijt: Wajono. 1969)
• Onder de zwarte stadsbevolking is vooral de calypso-muziek een ware rage. De jaarlijkse kermis in Paramaribo is meer een kwestie van tentjes waar calypso-zangers optreden dan van draadmolens. De calypso-muziek is import. Het ritme ervan sluit aan bij ritmische tradities in Suriname, en het satirische element van de calypso is een kolfje naar de hand van de zwarte Surinamers. (De Volkskrant, 15/09/1976)
• Desondanks spelen heden ten dage de Creools-Surinaamse ensembles lang niet altijd Creools-Surinaamse muziek, maar veelal ook die van de Latino's (samba, rumba, mambo), van het Caribisch gebied (calypso) en natuurlijk ook van de Verenigde Staten (beat, soul, jazz). (Albert Helman: Cultureel mozaïek van Suriname. 1977)
• Op zijn nieuwe plaat is plaats ingeruimd voor Latijnse muziek, voor soca, calypso en disco-muziek. Calypso Genius was Calypso king in 1975 en 1976. (Amigoe, 07/09/1981)
• “De Amerikanen zijn met hun bruiloftsfeest begonnen en dat zal de hele week blijven duren,” mompelt een collega terwijl op het benedendek iedereen aan het dansen slaat op de muziek van de Calypso-band. (Het Belang van Limburg, 17/07/1995)
• Het Zuiderpershuis in Antwerpen en de Gele Zaal in Gent zetten samen de Caraïben op het podium. Caraïben betekent zoveel als reggae, calypso, charanga, en rumba. Ritmes uit Jamaica, Trinidad, Cuba en Haiti. Klinkt exotisch en danst ook zo. (Gazet van Antwerpen, 09/06/1997)

< >