Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-05-2020

café de warme hand

betekenis & definitie

(begin 20e eeuw) (ook: café de warme jat) (sch.) gezegd van een jong verliefd stel dat in het openbaar zit te vrijen. Het gaat hier om een oorspr. Amsterdamse (en joodse) uitdrukking. In het begin van de 20ste eeuw frequenteerden veel joden de cafés van het Rembrandtplein. Twee van deze cafés hadden een typisch joodse naam, nl. `Café De Warme Jad' en `Café Sjema Benegeigem'. De eerste naam sloeg op het feit dat men in die uitgaansgelegenheid vaak zat te vrijen, hand in hand, en dit wel urenlang, zodat zowel de mannelijke als de vrouwelijke hand (jat) warm werd.

• Er zijn er, die nog kunnen verhalen over het café „De warme hand", de bijnaam die de „Nieuwe Karsseboom" kreeg in de tijd dat Lanfredi er met zijn salonorkest honderden rond de tafeltjes trok, en de jongedames liet beven onder zijn smachtende blikken. (De Waarheid, 03/08/1950)
• Wanneer hij in de maanloze nacht zijn rondjes had gelopen en de lampjes brandden klopte hij aan bij café „De Warme Hand" op de hoek van de Linnaeusstraat en de Transvaalkade. Daar zocht hij dan gezelschap van een glaasje en onderhield zich daar zo goed mee, dat het lampeglas verscholen ging achter de nevelen van zijn gedachten. (De Waarheid, 22/01/1957)
• Er waren grote Amsterdamse cafés met muziek, zogenaamde cafés-concert, die door de joodse humor een nieuwe, een joodse naam hadden gekregen alsof ze pas besneden waren. De nieuwe Karseboom werd café De warme jat. Omdat veel jongeren in dit café hun eerste lichamelijke contact via de handen onderhielden. (Nieuw Israelietisch weekblad, 01/06/1973)
• Café De Warme Hand. [Jong verliefd stel.] (Inez van Eijk: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks. 1978. Vierde druk. 1980)
• Café-De Warme Hand: zinspeling op een verliefd stel. Informeel taalgebruik van de kleine burgerij, eerste helft van deze eeuw met Uitlopers in de jaren '60 en 70. (het Vrije Volk, 19/06/1989)