Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 19-07-2023

Cabo

betekenis & definitie

(2002) (jeugd) Kaapverdiaan. Vgl. Suri*.

• Voor Tapijtgroothandel De Bron staan twee vrouwen: een Cabo en een Brabo. (HP/ De Tijd, 25/10/2002)
• Volgens hetzelfde procédé worden gevormd: Suri’s (Surinamers), Anti’s (Antillianen) en Cabo’s (Kaapverdianen). (Neerlandica extra Muros. Jaargang 2005)
• Hij bekeek de groepjes Chinezen op de Kruiskade, de rastafari’s, de creolen, Antillianen, Turken, mocro’s en cabo’s. (Alex Boogers: Wanneer de mieren schreeuwen. 2013)
• (Smibanese woordenboek. 2e druk. 2020)
• Gomes komt van oorsprong uit Kaapverdië. Ook de organisatie “Wij zijn Cabo’s”, die nieuws uit Kaapverdië brengt, is er het hart van in. “Tati werd gezien als een talentvolle drummer van verschillende Kaapverdiaanse bands. Hij bleef ondanks de grote bekendheid altijd nuchter”, schrijven zij. (www.vrt.be, 16/07/2023)