Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 10-07-2023

brommen

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Barg.) in de gevangenis zitten. Wellicht omdat men in eenzame opsluiting in zichzelf gaat zitten praten. Reeds bij Harrebomée en Huizinga. Ook in diverse dialectstudies. Vgl. ook Duitse volkstaal (brummen).

• .... we lêzen wel geen kranten, moar in de tegenwoordige tied ku 'j d'r toch wel achter kommen - da'j in Amsterdam hebt gestolen en da'j toen tien joar hebt gebromd, ... (J.J. Cremer: Betuwsche novellen. 1856)
• Spoor naar Dingsda, zoek ruzie in een bierhuis, geef een politieagent een klap op zijn gezicht, - brom vijf weken en.... je bent genezen!’ (Justus van Maurik: Met z'n achten. Novellen en schetsen. 1883)
• brommen: zitten: in de gevangenis zitten, hij mout vief joar brommen: hij is veroordeeld tot vijf jaren gevangenisstraf; ook Overijs. en elders. (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal, in de 19de eeuw. 1895)
• Drie weken lang me te begappen - nou zal je brommen.... (Justus van Maurik: Oude kennissen. 1909. Tweede druk)
• De scheepsdiefstallen zijn een poos lang aan de orde van den dag, of liever van den nacht, geweest. 't Schippertje met die Belze meid van 'm en kleine Kees zitten er nòg voor te brommen. (M.J. Brusse: Het rosse leven en sterven van de Zandstraat. 1912)
• ‘We zalle ze es 'n nachie late bromme!’ begon de Bierton met 'n basstem. (J.B. Schuil, De A.F.C.-ers. 1915)
• Meer dan een week bleven zij op het politiebureau. Wat een helsche raggeling. Daan, Harmen noch hij sloegen door. Ze spanden immes, maar ze bleven brommen. (Israël Querido, De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1924)
• (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929)
• Brommen. Gevangen zitten. (W. Draaijer: Woordenboekje van het Deventersch dialect. Tweede druk. 1936)
• Al moest je er zes jaar voor brommen - je hond beschermen, dat was zelfverdediging..... (Piet Bakker: Branding. 1940)
• Z'n vonnis was weliswaar met een jaar brommen afgeboet, maar de nawerking eindigde pas na of op de begrafenis. (Willem van Iependaal: De commissaris kan me nog meer vertellen. 1951)
• De Fletse...? Daar was het merg na tien jaar brommen wel uit. (Piet Bakker: Kidnap. 1953)
• Ik kan me zijn standpunt indenken, om 30.000 pop te verdienen, ging ik ook een weekje brommen. (Willy van der Heide: Wilde sport om een nummerbord. 1957)
• Vooral 'Kareltje' moest nogal eens 'brommen'. (Johan Fabricius: Hopheisa, in regen en wind. 1979, 2de druk)
• Ik moest al gauw 'n jaartje brommen. (Johan Fabricius: De bruiden in het bad en andere duistere daden. 1981)
• Brommen of boenen: de selectieve toekenning van de alternatieve straf. (Vrij Nederland, 12/01/1984)
• Zelf had hij ooit ook een jaarje gebromd. (Gerben Hellinga: Merg en been. 1986)
• Ik moest mee naar het cachot, een dagje brommen. (Yvonne Kroonenberg: Volmaakte benen. 1988)
• Een 40-jarige Groningse billenknijper uit Zandeweer moet een maand brommen omdat hij in het Emmer zwembad Aquarena een 13-jarig meisje onzedelijk heeft betast. (de Telegraaf, 02/06/1999)
• Broer De Vilder had twee jaar gebromd voor belastingontduiking. (De Groene Amsterdammer, 10/08/2002)