Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 28-04-2020

boos

betekenis & definitie

(2007) (straattaal) heel goed, leuk, geweldig. Vgl. gruwelijk*.

• Straattaal weerspiegelt de belevingswereld van de jongeren die haar gebruiken. En waar praten die over? Over dingen die ze goed of slecht vinden, over uitgaan, uiterlijk en seks. Vooral het aantal woorden dat ongeveer ‘heel goed’ betekent, is enorm groot. Uit verschillende bronnen hebben we het volgende rijtje gedistilleerd: boeng, baggerz, banish, boem, bond, bong, boos, chili, cool, crime, da bomb, daina, dodelijk, dat doet, dope, errug, flex, fly, foeroe, gevaarlijk, gruweiijk (met als varianten gruwi en gru), gucci, UI, lauw, master(lijk), moeilijk, neet, relaxed, safin, scoobes, siki, spang, spits, spitta, standaard, strak, tranga, vet en ziek. (www.nemokennislink.nl, 13/05/2007)
• (Vivien Waszink & Laura van Eerten: Kids, koffietjes & comfortzone. Waarom taal soms irritant is. 2018)