Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 16-05-2022

boeng

betekenis & definitie

(2001) (straattaal) geweldig; leuk; goed. Vgl. aboeng*.

• Boeng (Sranang) goed. (Jacomine Nortier: Murks en straattaal. Vriendschap en taalgebruik onder jongeren. 2001)
• Straattaal weerspiegelt de belevingswereld van de jongeren die haar gebruiken. En waar praten die over? Over dingen die ze goed of slecht vinden, over uitgaan, uiterlijk en seks. Vooral het aantal woorden dat ongeveer ‘heel goed’ betekent, is enorm groot. Uit verschillende bronnen hebben we het volgende rijtje gedistilleerd: boeng, baggerz, banish, boem, bond, bong, boos, chili, cool, crime, da bomb, daina, dodelijk, dat doet, dope, errug, flex, fly, foeroe, gevaarlijk, gruweiijk (met als varianten gruwi en gru), gucci, UI, lauw, master(lijk), moeilijk, neet, relaxed, safin, scoobes, siki, spang, spits, spitta, standaard, strak, tranga, vet en ziek. (www.nemokennislink.nl, 13/05/2007)
• Maar hoe serieus nemen jongeren een agent die woorden gebruikt als fittie (ruzie) en boeng (goed)? ‘Het gaat er niet om dat ik laat zien dat ik die woorden ken. Maar als het nodig is roep ik wel eens een woordje. Iemand riep eens ‘marikoe’ naar me, dat betekent watje. Dus ik zeg: ‘kom maar op dan!’ De rest stond erbij te lachen zo van: hij heeft wel begrepen wat het betekent.’ (de Volkskrant, 07/07/2008)
• Het Surinaamse boeng, maar ook Engelse woorden als bond, chill, cool, flex, master(lijk) en relaxed zijn populair om de overtreffende trap van ‘leuk’ uit te drukken. Opvallend is dat veel woorden die eigenlijk iets negatiefs uitdrukken, of iets neutraals, juist in een positieve betekenis worden gebruikt: bijvoorbeeld baaaaaad of bad, boos, da bomb of de bom, dodelijk, dope, gevaarlijk, gruwelijk, lauw, moeilijk, vet en ziek. (Vivien Waszink: Woord! De taal van nederhop. 2013)