Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 11-07-2022

bloempot

betekenis & definitie

1) (1993) (jeugd) sukkel.

• (Marnix en Marjan van Lichtenvoorde: Nieuwe woorden van de jaren negentig. 1993)

2) (2001) (spot.) iemand die alleen fysiek ergens aanwezig is maar zijn of haar mening niet mag zeggen.

• Waar bedrijfsleiders ook goed aan zouden doen, is zich te omringen met wat meer weerbarstige medewerkers. Al te vaak wordt de raad van bestuur bevolkt met vrienden van de bedrijfstop of met bloempotten, professionele bestuurders die uitblinken in het vooral niet dwarsliggen bij belangrijke beslissingen. (De Morgen, 01/09/2001)