Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-09-2022

bloem

betekenis & definitie

(17e eeuw) (euf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Ook: maagdenvlies. Kijk ook onder: 'iemands bloempje* plukken' en 'ze is haar bloempje* kwijt.' Zie ook: bloemkool*.

• wie ziet uit naar een vuil bruid
die de roem, van haar bloem
schandig heeft verloren? (Livinus van der Minnen: Den eerelycken pluck-voghel. 1677)
• Misschien dacht ze wel terug aan de afspraak die ze met hem gemaakt had, om in de zondagnacht haar bloemetje eens buiten te zetten – haar kleine nachtschade, zoals ze gezegd had – want ze verlangde van hem een sigaret, waar hij zelf vuur had in te brengen, om ze ook nog tussen haar geopende lippen te duwen. (Louis Paul Boon: Als het onkruid bloeit. 1972)
• Maar nog steeds droomde ik van de Herberg Van Het Zesde Genot. De dringende behoefte daaraan werd steeds dringender dan ik ze ooit behoefd had. Het kriewelde me diep binnen in me kut, achter me bloemetje.... (Louis Paul Boon: Mieke Maaike’s obscene jeugd. 1972)
• Het maagdelijke meisje heeft haar "maagdom" nog, haar bloemeke nog, ze is nog vers van de moeder, ze is nog niet onderslagen of nog niet onder de man geweest. Maar éénmaal ontmaagd, is haar bloemeke geplukt. (Jack De Graef: Het Groot Woorden- en Liedjesboek over het Antwerps dialekt. Vierde aangevulde druk. 1981)
• (Hanneke Kunst & Xandra Schutte: Lesbiaans. Lexicon van de Lesbotaal. 1991)
• Twee vingers gleden naar binnen, zijn duim beroerde haar clitoris. ‘Geheime bloem,’ zei hij, en likte haar daar met snelle tong. (Nelleke Noordervliet: De naam van de vader. 1993)
• Blomke. Maagdenvlies, hymen. (Frans Debrabandere: Kortrijks woordenboek. 1999)
• Ruim drie decennia later leven hele legers vrouwen nog steeds in onmin met hun bloem, hun punani, hun doos. Kut stinkt, vinden we. En dus grijpen we naar 'fris' geurende inlegkruisjes, krijgt de vagina een wekelijkse douche met allerhande reinigers en plempen meiden internetfora vol met talloze tips voor een opgeruimde pruim. (Opzij, 01/03/2009)
• Al is er wel een onderwerp dat ik nog vermijd, omdat ik er geen goede naam voor kan verzinnen. Het vrouwelijke geslachtsorgaan, zeg maar. Voorbips is hopeloos ouderwets en vagina, dat is te medisch, te volwassen. Zelf noemt ze voor en achter gewoon billen. Maar ik vind dat er onderscheid moet worden gemaakt. Als je het kan benoemen, dan kan je er later ook over praten, toch?
Vriendinnen en collega s met dochters blijken er ook mee te worstelen. Zij hebben het thuis over bloemetje, mosseltje, sneetje, spleetje, vagijntje, tum of plassertje. Tja, daar zie ik de oplossing ook niet meteen tussen staan. Mijn moeder noemde het vroeger poentje, een taal-overblijfsel van de paar jaar dat we in Suriname hebben gewoond. Laatst kwam ik er wel achter dat poentje eigenlijk een verkleining is van poena, en dat is toch echt een equivalent van het oer-Hollandse K-woord. Al vraag ik me af of mijn moeder dat ooit heeft geweten. (AD/Algemeen Dagblad, 04/10/2010)
• Elke vrouw, elk deeltje van het vrouwelijk lichaam is een genot om aan te raken, maar jullie bloem is telkens weer een avontuur. (Marion Bloem: Lust en liefde. 2014)