Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 06-02-2022

bij moeders pappot blijven

betekenis & definitie

(19e eeuw) (cliché) thuis blijven en niet zelfstandig gaan wonen. Vgl. hotel mama.

• De arend vatte hem nu in de sterke klaauwen, en de reis ging aan, door lucht en wolken heen, dat het Bruintje groen en geel voor de oogen werd. ‘Maar zoo moet het gaan,’ dacht hij: ‘als men wat worden wil in de wereld, in plaats van over moeders pappot te blijven hangen. (C.E. van Koetsveld: Sprookjes in den trant van Andersen. 1858)
• Onder het voortwerken voor zijn brood had hij de twintig volgende jaren van zijn leven aan de studie en de vorming van zijnen zoon gewijd. Toen hij als knaap, vaders schootsvel en moeders pappot versmadend, geheel alleen de wereld ingegaan was, had hij aan eene onmiskenbare roeping gehoorzaamd; doch het schijnt wel, althans zijn voorbeeld bewees, dat overbegaafdheid, indien zij niet beteugeld wordt door een ordenend en centraliserend genie, een struikelblok in plaats van een hulpmiddel worden kan. (Cd. Busken Huet: Lidewyde. 1868)
• ‘Zoo'n school, hè!’ smaalde Boonestaak. ‘Da's nou net iets voor kleine kinderen, die bij moeders pappot willen blijven!’ (A.M. de Jong: De wereldreis van Bulletje en Boonestaak. Ongedateerd. 1923-1924)