Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 08-04-2020

beton

betekenis & definitie

1) (1917) (sch.) andijviestampot; in soldatenkringen ook gebruikt voor puree van aardappelpoeier en voor bruine bonen (gewapend beton). In de Wageningse studententaal wordt met een 'bord beton' muesli met yoghurt bedoeld.

Aardappelen met andijvie heet somwijlen „zware tabak"; een combinatie van aardappelen en bruine boonen, welsprekend genoeg, „gewapend beton". (Van onzen tijd. Jaargang 18. 1917/ 1918)
• Gewapend beton: stamppot van aardappelen en capucijners (gevangeniseten). (Enno Endt: Een taal van horen zeggen. Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• beton, znw. ”t, in de zegsw. gewapend beton, stamppot van aardappelen en (witte) bonen, een stevige kost die a.h.w. als gewapend beton in je maag ligt. (J. Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)
• Me vrouw kon dat (andijviestampot, nvdr) zo lekker maken. Ze noemde het beton. (Jos Brink: Laat mij maar schuiven. 1988)

2) (1980+) (jeugd) (muz.) hardrock; heavy metal. Muziek die zo hard gespeeld wordt dat de trommelvliezen haast scheuren. Beton wordt gekenmerkt door gierende gitaren, mokerzware drums, een meestal krijsend stemgeluid en een muur van decibels. De teksten zijn doorgaans van een machogehalte. Beoefenaars van beton worden betonproducenten genoemd, een gebouw waar heavy-metalgroepen optreden betonkoker. In Engeland en Amerika noemt men dit genre ook wel crunch rock of cock rock. In de jeugdtaal betekent 'klinken als beton' slecht klinken.

• Wordt er dan's één keertje AC/DC gedraaid, zegt die omroeper dat er al genoeg beton is gestort. (Vrij Nederland, 30/08/1986)
• Een aanrader voor de fans van de onverslijtbare betonstijl. (Backstage, oktober 1986)
• Lees over de meest sensationele betongroep aller tijden... (Popfoto, januari 1988)
• Ik hoop dat Chastain met dit brok beton eindelijk doorbreekt in de metal scene. (Metal Hammer, januari 1988)
• Maar er zit weer iets meer melodie in deze betonplaat. (Popfoto, 27/04/89)

3) (1953) (gynaecologen) eerste zog van een kraamvrouw.

• Med. het eerste zog van een kraamvrouw. (A. Huizinga: Handboek voor vreemde woorden. 1953)
• (Marc De Coster: Woordenboek van Jargon en Slang. 1992)