1) (19e eeuw) (Antwerpen) onversneden jenever.
• Beste, znw., m. — Onversneden jenever. 'En borrel beste. Hij drinkt altijd beste. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1899)
2) (19e eeuw) (euf.) verkorting van bestekamer.
• Een aardig voorbeeld hoe snel dergelijke eufemismen voor nieuwe moeten plaats maken, leveren de vele woorden voor ‘een zekere plaats’: geheim gemak, heimelikheid, pleti, afgekort tot plé of pl, bestekamer, afgekort tot beste, sekreet, privaat, huisje of kantoortje, retirade, numero honderd, cour, toilette, cabinet, watercloset, abort, W.C. Daarnaast staan nog de schertsende omschrijvingen: tante Meijer, tante Grietje, juffrouw Eenoog, de ontvanger, de plaats waar de koning (de keizer) te voet gaat, enz. (De Nieuwe Taalgids. Jaargang 14. 1920)