(1912) (inf.) ben je niet goed wijs. Verkorting van: 'ben je een haartje bedonderd (of belazerd)'.
• Bi-jij een haartje? (Schager Courant, 16/11/1912)
• Bî je 'n haartje!... viel het wijf grof-nijdig uit. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1925)
• Zeg, zijn jullie een haartje... ’t Is hier geen cafetaria. (Toon Kortooms: Beekman en Beekman. 1949)
• „Zou er geen gevaar bestaan, dat ik papa word?" vroeg ik. Iwan lachte bulderend. „Ben je een haartje?" (Johan van Keulen: De liefde van Bob en Daphne. 1966)
• Godverdomme, roept hij, ik wil niet, ben je een haartje bedonderd. (J.W. Holsbergen: Wimpie de naaidoos. 1971)
• Denk je dat ik... in een caravan... met tegels! In een caravan... ben je helemaal een haartje of twee drie besodemieterd? (Rinus Ferdinandusse en Tomas Ross: De mannen van de maandagochtend. 2003)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk