Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 19-03-2022

belubberen

betekenis & definitie

(1983) (pol.) belazeren; (de kiezer) bedriegen door de indruk te wekken dat de uitkeringen van de minima op peil blijven, terwijl dat niet zo is. Dit informele woord werd op 12 oktober 1983 geïntroduceerd door toenmalig PvdA-kamerlid Marcel van Dam. Hij gebruikte het in zijn kritiek op het kabinet-Lubbers. Vandaar: een belubberd beleid `een slecht, belabberd beleid'.

• Tenslotte: uiteraard viel mij ook op het door PvdA'er Marcel van Dam bedachte woord belubberen, door de premier direct 'vertaald' als bedonderen. Belubberen kon ik niet erg bewonderen, het woord deed me denken aan het ons indertijd opgelegde verbod om naamgrapjes te maken - maar ik vrees dat belubberen een eigen leven zal gaan leiden. (Trouw, 22/10/1983)
• Belubberen: besturen door half informeren. Dat deel van de feiten en achtergronden meedelen op grond waarvan een gunstiger beeld van de werkelijkheid wordt gepresenteerd dan reëel is. Het woord is op 12 oktober 1983 voor de eerste maal gebruikt door het PvdA-kamerlid Van Dam. Hij beschuldigde premier Lubbers ervan de minima onvoldoende te informeren over hun inkomenspositie, de minima dus te belubberen. (Marco Bunge: Politiek Woordenboek, 1985)
• (P.G.J. van Sterkenburg: Taal van het Journaal. Een momentopname van hedendaags Nederlands. 1989)
• Belubberd: van een bepaalde kwaliteit: de minister-president sprak weer eens heel belubberd. (Albert Hofstede: Parlementaal, 1991)
• Marcel van Dam (die als kamerlid de woede van de premier wekte toen hij hem ervan beschuldigde de uitkeringstrekkers te `belubberen') beschouwt hem nu als een uitblinker en een `uitstekende minister-president'. (Vrij Nederland, 07/11/1992)
• Een andere uitzondering was de socialist Marcel van Dam, de man die gelul gewoon gelul noemde, de man die het werkwoord belubberen heeft uitgevonden. Het laatste was van toepassing op onze minister-president, op zijn beurt de uitvinder van het zogenaamde Lubberiaans, gekenmerkt door - ik citeer het Politiek Woordenboek - ‘briljante politieke instincten, grote vindingrijkheid, diplomatie, oorverdovende CDA-onduidelijkheid en een ongeëvenaarde zwalkende kwaliteit’. (Onze Taal. Jaargang 61. 1992)
• Na `Jan Splinter' was het `tuinman Flipse', die Lubbers' tuin onderhield maar steeds minder in zijn loonzakje kreeg. Flipse's vrouw, aldus Van Dam, schold hem uit: `Je hebt je weer laten belubberen.' (de Groene Amsterdammer, 15/12/1993)
• Nog in 1983 mocht Marcel van Dam niet zeggen dat de premier het volk belubberde. Lubbers was diep beledigd. (Lydia Rood: Hun verloedere me taal. 2011)