Barbie

betekenis & definitie

(1980) (sch.) (ook: Barbiepop) vrouw met een popperig uiterlijk. De naam Barbie werd omstreeks 1958 in de Verenigde Staten door de fabrikant van de poppen gegeven als merknaam. Genoemd naar zijn dochterje, Barabara Handler.

• Mannen zijn geen Hulken en vrouwen geen Barbiepoppen. (het Vrije Volk, 29/03/1980)
• Geëmancipeerde Barbie-poppen met een pond anti-rimpelcrème, fondant-kapsels en siliconentieten. (Penthouse, november 1994)
• En ook al die andere lifestyles leven vrolijk voort, al heeft niemand het er meer over. De Grote Parade op de zomerboulevard levert er een staalkaart van, goed voor een antropologische studie naar de nieuwe stammensamenleving. Allemaal komen ze langs: de doe-maar-gewoon- Nederlanders, de rappers, de Barbies, de jonge exotisch gekapte bouwvakkers, de shownichten, de bierbuiken, de hanekammen va n het laatste kraakpand, de meisjes die van Pamela Anderson d romen, de golfers, de vergrijsde langharigen die Provo nog hebben mee-gemaakt en de ambtenaren van het kadaster die er op een vrije dag nog uitzien als ambtenaren van het kadaster. (HP/ De Tijd, 21/07/1995)
• Ik zag een Barbie van vijftig, die zo strak getrokken was dat ze bij elk lachje kramp in haar anus kreeg. (NRC Handelsblad, 19/05/2001)
• Zet de tv aan en ga zappen: van de dertig kanalen wordt er driekwart vol gezwetst door mannen, terwijl op het overige kwart halfnaakte, zingende Barbies te zien zijn. (Saskia Noort: Aan de goede kant van de 30. 2003)
• Ik word vaak ingedeeld in de categorie 'leuke, blonde barbiepop'. (Nieuwe Revu, 30/03/2005)
• Ik wil niet zo’n opgespoten barbiepop worden, zoals Pamela Anderson of Marijke Helwegen. (Sunny Bergman: Sletvrees. Inzoomen op uiterlijk, seks en cultuur. 2013)
• Maar hoe die Barbie erbij kwam om Eva te vertellen dat ze haar hele leven haar orgasmen simuleerde is hem nog altijd een raadsel. (Marion Bloem: Lust en liefde. 2014)
• Iedere onsamenhangende zin die de mond van de eenhersencellige barbiepop verlaat is doordrenkt van woorden als ‘tering’ en ‘kankâh’, wat op zich best knap is voor iemand die in de regel moeite heeft met woorden die uit meer dan één lettergreep bestaan. (Jeroen Guliker: Niet voor tere zieltjes. 2015)
• In de keuken liet Maja haar frustraties de vrije loop. En het waren geen nette woorden die ze wist te bedenken. Kakelkip, dorpstoeter en blonde barbie waren nog de vriendelijkste. (Ellen Berg: Blonder wordt het niet. 2017)