Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 08-04-2020

bananenrepubliek

betekenis & definitie

(1923) (< Eng. banana republic) (spot.) klein land dat politiek instabiel is. Oorspr. van toepassing op Middenamerikaanse staten zoals Nicaragua, El Salvador en Guatemala (waar veel bananen gekweekt worden en waar de economie bijna volledig afhankelijk is van de fruitexport. Buitenlands kapitaal is bijgevolg erg nodig).

• Quirino sprak het absolute vertrouwen uit in het verantwoordelijkheidsgevoel van de Philipino's om de huidige situatie niet te laten afgleiden tot het peil van een „bananenrepubliek". (het nieuwsblad van Sumatra, 20/04/1950)
• Het is hier in deze bananenrepublieken zo'n rommelboel dat het ze een zorg kan zijn of er drie jongens als wij los rondlopen. (Willy van der Heide: Pyjama-rel in Panama. 1956)
• In de staat van Drees hoorde je weleens met een mengsel van geringschatting en geamuseerdheid spreken over een bananenrepubliek. Dat was een landje waar het om de vier jaar revolutie was, hoewel het volk daar niets van merkte, waar iedere dag de zakken van alle toeristen werden gerold, het regeren zich afspeelde hoog boven de mensen die het sowieso een zorg was, waar je een bordeel op iedere straathoek had en waar na zonsondergang de arme kinderen schilderachtig langs de vuilnisbakken scharrelden, in de cafés opgewonden standjes hun revolver trokken en de politie altijd een paar pantserwagens en waterkanonnen achter de hand had. (H.J.H. Hofland: Tegels lichten. 1986. 5e druk)