Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-03-2020

bakbeer

betekenis & definitie

(19e eeuw) (stud.) zie citaat.

• Bakbeer, (stud.) rekening van den rijtuigverhuurder. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Bakbeer: rekening van de rijtuigverhuurder. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913)