Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-03-2020

bab

betekenis & definitie

(inf.) (afk. van) babbelaar, snoepje van boter en suiker of stroop.

• De boer bulkt van het geld, maar ook hier mogen Cor en Annie kiezen tussen een babbelaar en een schepje suiker. Ze kiezen beiden voor een bab, en wat Annie soms lukt als Cor er niet bij is, lukt nu niet. (Clemens Wisse: Een fortuinlijke boerenknecht. 2020)