(1948) (Zuid-Afrika) politiek ruimtelijke, economische en sociale rassenscheiding. Als woord reeds gangbaar in 1936 bij Afrikaner intellectuelen, maar pas in 1948 als begrip geïntroduceerd in de nationale politiek. De Gereformeerde Afrikaner dominee Daniel F. Malan, die tot premier werd verkozen, maakte het woord populair, maar kon niet bevroeden dat de internationale opinie het woord zou vertalen als onderdrukking naar ras. Aanhangers van het blanke minderheidsbewind prefereerden dan ook de versluierende term segregatie. Men maakte onderscheid tussen twee soorten apartheid: de grote apartheid of het principe van de thuislanden, waarbij de Bantoes eigen, aparte gebieden krijgen toegewezen, en de kleine apartheid, die gebaseerd is op de verscheidenheid van ras en kleur. Hieronder viel bijv. de wet op de onzedelijkheid, die huwelijken tussen blanken en niet-blanken verbiedt. Sinds 1985 werden beperkte grondrechten toegestaan aan niet-blanken en met het aantreden van F.W. de Klerk in 1989 werd geleidelijk aan begonnen met de afschaffing van de (kleine) apartheid.
• Maar de opwinding komt voort uit den strijd in het verleden, de oude Engels-Afrikaanse tegenstelling en de nog niet uitgesleten, in den laatsten oorlog vooral weer tot bij de Afrikaanse jeugd opgeleefde of opgezweepte verbittering over eenmaal geleden onrecht, en niet minder uit den dreigenden strijd dien men algemeen voorvoelt, het probleem der negen millioen zwarten tegenover ruim twee millioen blanken, dat door de beide grote partijen zo verschillend wordt beoordeeld: de Verenigde Partij, meer optimistisch, liberaal en humanistisch, ziet de oplossing, als er ooit een oplossing mogelijk zal blijken, in aanvaarding der symbiosis, en in leiding, vorming van de naturellenmassa in de Zuid-Afrikaanse samenleving den enigen weg om voor de toekomst bij de onweerhoudbare emancipatie van het zwarte ras een vredige samenleving der rassen voor te bereiden; de Nationale Partij, meer pessimistisch, exclusief, en defensief, en met een door de historie verklaarbaar, sterker instinct van zelfbehoud ziet, hoewel haar aanhang van de goedkope diensten der zwarte bevolking evenmin wil of kan afzien, vooral het ‘zwarte gevaar’ en zoekt de oplossing van het vraagstuk theoretisch (want gelooft men zelf in de uitvoerbaarheid?) in terugdringing van de zwarte bevolking in de reservaten en in het sluiten van de steden tegen den aanwassenden stroom van naturellen, in zo volledig mogelijke scheiding dus, in wat als verkiezingsleuze heet de ‘apartheid’. (De Nieuwe Stem. Jaargang 3. 1948)
• Het woord apartheid is over de hele wereld bekend en het is een zwaar geladen woord. De eigenlijke architect van de huidige apartheidspolitiek in Zuid-Afrika is de eerste minister Verwoerd geweest. Hij wilde een aparte ontwikkeling en positie voor blanken, Aziaten, kleurlingen en zwarten. In 1959 werd op zijn voorstel de wet aangenomen, die zelfbestuur aan de Bantoes bedoelde in zeven aparte gebieden, Bantustans, allereerst de Transkei, die nu praktisch geheel onafhankelijk is (en begin 1978 zelfs de diplomatieke betrekkingen met de Republiek Zuid-Afrika heeft verbroken!). (H. Algra, A. Algra: Dispereert niet. 1956)
• ‘Weet je iets van Zuid-Afrika af? Hoe de toestanden daar zijn? Ik ben namelijk niet blank, al zie je dat als Hollander misschien niet zo gauw.’
‘O, je bedoelt de apartheid. Ja, natuurlijk daar is het nodige over geschreven. Het is een van de dankbaarste onderwerpen voor de kranten. Maar wat had jij daar dan mee te maken?’ (W. van Mancius: Olie op de golven. 1961)
• Dit is ook een heel belangrijke factor die de menselijke samenleving van vandaag in de wereld gescheiden houdt. De vierde, maar niet de minst belangrijke factor is de verdeeldheid in de wereld op grond van huidkleur, met andere woorden, de rassenscheiding of apartheid, zoals de Verenigde Naties dat genoemd heeft met betrekking tot de toestand in Zuid-Afrika. (Willem Oltmans: Grenzen aan de groei. Deel 1. 1973)
• Zuid-Afrika produceert bijna dagelijks nieuwe eufemismen. Het woord apartheid zelf, ooit de meest bizarre verkiezingsslogan in 's lands geschiedenis, is veranderd in "separate ontwikkeling", daarna in "separate vrijheden" — nu in een "constellatie van zuidelijk Afrikaanse staten". (NRC Handelsblad, 16/12/1982)
• De Nationale Partij heeft gisteren het ANC ervan beschuldigd nu zelf apartheid in te voeren. Dat werd door de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ANC, David Malatsi, ‘volkomen nonsens’ genoemd. Hij zei dat het standpunt van zijn partij is, dat Afrikaanse scholen geen studenten op basis van ras mogen weigeren. (De Telegraaf, 04/05/1996)
• En wat moet er met Afrika? Je kunt ook niet meer voor de vuist weg zeggen: wij zijn tegen apartheid in Zuid-Afrika. (De Groene Amsterdammer, 29/09/1999)