Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 03-03-2023

als een Maleier

betekenis & definitie

(1913) (inf.) gebruikt ter intensivering: erg dronken. Maleier: bewoner van de Indische Archipel. Volgens Van Riel (Kroegwoordenschat. 1998) mogelijk vanwege het effect van alcohol als men een keer zondigde (de islam tolereert geen alcohol).

• Al de leden en de ledinne binne as een malijer en zitten bij Blauwe Toon in De Gedeukte Bierton. (Mie en Ko: Mie en Ko terug van het visconcours. 1921)
• As ie zoo blauw as een meleijer thuis kwam, kreeg Opoe ze uitgemete en wier an d'r hare door de kamer gesleept, tot ie d'r genog van had en instaat van berouw in z'n broek sting te dreutele. (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935)
• Ze stelden zulke achterdochtige vragen, je weet wel, zo van die suggestie-vragen, die heel duidelijk zeggen, dat je huns inziens staat te liegen als 'n Maleier... (A. Roothaert: Doctor Vlimmen. 1937. 3de druk)
• De volgende omschrijvingen en andere benamingen, soms duidend op verschillende graad van dronkenschap, worden aangetroffen: 'n slokkie op, hem hebben zitten, stuk in de kraag hebben, beschonken, vet, hem op hebben, bezopen, stomdronken, stevig aangeschoten, afgeknoedeld, zat, sikker of sikkem, teut of half teut, afgelaje, lazerus, afgetuigd, onder den olie, kachel zijn, keep zijn, lam, tipsy, as 'n maleier. 'n Stuk of twintig benamingen! (H. Dijkhuis: Vijftig dagen in een Jordaans kosthuis. 1939)
• Anders krijgen we hem niet weg, hij is als een Maleier. (J.W. Holsbergen: Een koppel spreeuwen. 1961)
• Ze zoop als een maleier. (Rinus Ferdinandusse: En het hoofd werd op tafel gezet. Een redelijk vrolijk familie-verhaal. 1970)
• (Ad van Gaalen en Frans van den Mosselaar: Kèk mè nâh. Plat & bekakt Haags. 1985)
• Ze zaten er trouwens al bij, zodra de dagen weer gingen lengen kon je ze zien, op heldere ochtenden, in fatsoenlijke buurten, maffend en als maleiers in afgedankte fauteuils. (Helga Ruebsamen: Op Scheveningen. 1988)
• Op die bewuste vrijdagmiddag was de maat vol. Toen ambtenaren de gemeentesecretaris weer "zo dronken als een Maleier' aantroffen achter zijn bureau, ging er een telefoontje naar de politiepost op de stadswallen van Woudrichem. (Algemeen Dagblad, 24/10/1992)
• ‘Zo dronken als een Maleier,’ nam hij onmiddellijk over. (Kees van Beijnum: Dichter op de Zeedijk. 1995)
• Andre Agassi vloekte en schold als een maleier. Op de umpire, op zijn onbeduidende tegenstander Diaz, op de druilregen, op de wind en op de kou. (de Volkskrant, 28/05/1996)
• In Smoke'm in Mokum zingen The Naturals: 'En we hebben hier dan ook niet te klagen, want met die doorvoer zit het hier wel okay.' En Grablzky zingt: 'Ik sla mij door de walmen van hasj en wiet/en vloek als een maleier/als weer zo'n tyfuslijer/zo'n stonede Italiaan/voor mijn wielen gaat staan.' (het Parool, 31/08/1996)
• maleier, in de uitdr. hij (een zwaarbeschonkene) lee as een Maleier op den grond (Beets, 1913) . - Die (t.w. Vette Piet) luste ook wel graag een neutje. En estie dan as ’n maleier de buurt inkwam, gonge me asjongens in twee rije staan en dan (enz.) (bandopname). (Nicoline Sijs en Joep Kruijsen: Honderd jaar stadstaal. 1999)
• In bed. Zo lam als een Maleier. (Willem van Toorn: Stoom. 2005)
• In het café, waar iedereen -behalve ik- stamgast is, kwam een onbekende binnen; een uitzonderlijk breedgeschouderde knaap met kaalgeschoren hoofd, dronken als een Maleier. (HP/ De Tijd, 21/04/2006)
• Tijdens de après-ski was iedereen binnen het uur als een maleier en dat is normaal ook zo, maar nu was het niet om plezier te hebben, maar om de ellende te vergeten. (Joep van Deudekom: Vind ik leuk. 2011)
• ‘Hij was zo zat as een Maleier,’ zeiden ze over hem. (Christel Jansen: De woonschool. 2012)
• Als je kunt zuipen als een Maleier, verwacht ik dat je ook op je poten blijft staan! (Willem Nijholt: Een ongeduldig verlangen. 2016)