Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 17-09-2023

als een hond op een zieke koe

betekenis & definitie

(17e eeuw) (sch.) begerig (op iets loeren).

• Hoe vlamt ze op de buit, als een hond op een zieke koe. (Joannis Antonides van der Goes: De gelyke twélingen. 1682)
• Ja! gierige Geeraard zoude zich, uit wanhopige droefheid om zulk een verlies, verhangen hebben, was de strop zo duur niet geweest. Alleen mogt hier in bedenking komen, of niet grooter is de bittere rouw van erfgenaamen, over 't afsterven van zulke lieve vrienden, die hen welgestoffeerde goudbeurzen, en yzere kisten met opgestapelde potpenningen en geldzakken, benevens verzegelde koop en rentebrieven nalaten: op welker laatsten adem zy hebben staan gaapen, als de hond op een zieke koe. (Carolus Tuinman: De oorsprong en uitlegging van dagelijks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden. 1720)
• Ik zeg altyd: ‘Abraham Blankaart, God heeft u zo gezegent, je hebt kind noch kraai; hoe wel ik weet niet, of dat zo blyven zal; een, mensch heeft graag een eigen weêrspraak. Kind noch kraai, wel deel meê, myn Vriend; maak dat niemand op u ziet, als een hond op een zieke koe; dat niemand wel eens wou zien, of jy ook een mooije doode zyn zoudt. (Aagje Deken, Betje Wolff: Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart. 1782)
• Hij kijkt er op, als een hond op eene zieke koe, op wier vleesch hij zich denkt te vergasten. In 't gemeen geldt het menigeen’, die op het bezit loert van hetgeen hij verlangt. Zou het niet wel vooral toepasselijk zijn op een’ aanstaanden erfgenaam, bij het krankbed zijns naastbestaanden? J.P. Sprenger van Eijk: Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder van De Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend. 1835)
• Hij kijkt zoo onnoozel als een hond op eene zieke koe. (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• Alhoewel hijzelf het uitzicht had van een pekinees (zijn hele gezicht was begroeid met grijsros haar), begon hij met op louche wijze te zeggen dat hij nu eindelijk begreep waar de uitdrukking ‘op iets staan kijken als een hond op een zieke koe’ vandaan kwam. (Robin Hannelore: Een merel met lange oren. 1991)

< >