Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 06-11-2024

als een hoepeltje

betekenis & definitie

(1973) (inf.) dronken.

• Hij is als een hoepeltje; is als een balletje; is als een tonnetje; is als een aap; is gepoetst; is afgeserveerd; is in de rozen; is met een nat zeil thuisgekomen; meet de straat; weet van den bruinen; is bestoven; is besnoven; is bepimpeld; heeft spraakwater in; bot; heeft laars; heeft raap; is zalig; is vet; heeft z’n bramzeil gehesen; weet van teeuwis noch meeuwis; is lijk; gaat op strobenen; is als een kartouw; heeft een buis aan; is buis; is aangedraaid; heeft een snor aan; heeft de keizer gezien; laat z’n tong dubbel slaan, heeft een plak lood op de kop; hij laveert. (Algemeen Dagblad, 06/10/1973)

< >