(1967) (ook: in de sluisdeur) (sch.) zich rusteloos en onnodig in dezelfde omgeving ophouden. Ook: besluiteloos zijn.
• Zeg, opa, als jij me wil vragen wat voor je te versieren, hoef je niet als een drol in de pispot rond te draaien maar kan je het gerust zeggen. (Harry Boting: Nog meer jatmous. 1967)
Jij draait als een drol in een pispot. (Inez van Eijk: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks. 1978. Vierde druk. 1980)
• draaien als een drol in een sluisdeur: zich rusteloos, onnodig, steeds in dezelfde omgeving ophouden. (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986) (p. 146)
• De directeur was van zijn stuk. Hij greep in een stapel papieren, draaide als een drol in een pispot rond, beende het kantoor uit en kwam weer terug. (Joop Waasdorp: De verhalen. 1989)
• Vooral voor Pilic was het uiterst pijnlijk dat hij door Becker tot medeplichtige van het groteske drama werd gemaakt." Hij draait als een drol in een pispot," liet Becker laatdunkend weten. (het Parool, 22/02/1993)
• De wereldkampioen lullen om het lullen. Ze draaien als een drol in een pispot. Zo’n Maij-Weggen die met haar chauffeur met 180 kilometer over de weg raast, gepakt wordt en dan zegt: ‘Ik reed niet.’ (HP/ De Tijd, 27/10/2000)
• (Drs. H. Mandos & M. Mandos-Van de Pol: De Brabantse spreekwoorden. 6e druk. 2003)
• Ronddraaie as 'n drol in ’n pispot: besluiteloos zijn; weifelen. (Sibrand de Grauw en Gerard Gast: ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes. 2014)
