Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-06-2020

als een deur

betekenis & definitie

(1991) (inf.) in hoge mate, erg. Gebruikt ter versterking en niet alleen m.b.t. gek (zie hiervoor: gek als een deur). Ook: zo breed als een deur (erg dik), zo gay als een deur (erg gay), zo dement als een deur enz.

• “Nokken,” zei ik. “Die dikke is zo gek als een deur.” (Kees van Beijnum: Over het IJ. 1991)
• In Osnabrück of in Wuppertal, of waar dan ook, zo zei Brood tegen Nieuwe Revu, kreeg hij angina, hij moest penicilline slikken, en werd zo clean ‘als een deur’. (Jan Eilander: Rock 'n Roll Junkie. 1994)
• Hoewel ze hier en daar al stoer begint te verkondigen dat hij 'zo autistisch als een deur is', gaat ze hem voor alle zekerheid maar vast inschrijven op de basisschool waar Jasper nu op zit. (Ria Mathijssen: De jongen die uit de lucht kwam vallen. 2009)
• Die vent was zo breed als een deur. (Floortje Zwigtman: Een groene bloem. 2015)