Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-05-2023

als de bliksem

betekenis & definitie

(19e eeuw) (inf.) meteen; erg snel. Het WNT citeert o.a. Loosjes (Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst. 1806-1807). Syn.: als de blits*; als de brandweer*; als de donder*; als en kanon*; als een komeet*; als de mieter*; als de raphazen*; als de riedel*; als de salamander*; als een scheet*; als de sodebliksem*; als de sodeflikker*; als de sodejanus*; als een speer*.

• … gauw als de bliksem je mouwvest aan…. (L.H.A. Drabber: Het dappere Hollandsche leger. 1900)
• Looppas naar je plaatsen," sist hij tot de sergeants. „Hark als de bliksem je kerels bij mekaar." (A. Roothaert: De vlam in de pan. 1942)
• Ga als de bliksem op de doos. (Jan Mens: Er wacht een haven. 1950)
• Een andere groep van adverbiale uitdrukkingen, opnieuw met een versterkend karakter, waarin taboewoorden van de duivel- en donder-groep worden ingezet, zijn als de donder, als de bliksem, als de gesmeerde bliksem, als de weerga, als de wiedeweerga, als de sodemieter. Bij deze groep doen dood/dooie dood en duivel/duvel niet mee, maar wel een seksuele taboeterm als sodemieter. Vermoedelijk is bliksem het centrale woord in deze groep, getuige zijn gebruik in bliksemsnel, en zijn de overige taboetermen geleidelijk aan ingezet als vervangers en equivalenten van dit woord, waarbij het versterkende taboe-karakter belangrijker werd geacht dan de etymologische betekenis. In combinatie met een telisch predikaat drukken deze adverbia uit dat een handeling met de uiterste snelheid voltooid wordt. (Tabu. Jaargang 32. 2002)