Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 25-04-2022

alles dichtgooien

betekenis & definitie

(1994) (Vlaanderen, inf.) hard remmen.

• Op een kleine 500 meter van het café schiet daar plots een zwarte Mercedes, van het oude model, voor ons in,» vertelt slachtoffer Jean-Pierre Billen. “Ik kan nog net alles dichtgooien of we hadden op hen gehangen”. (Het Belang van Limburg, 03/09/1994)
• Vlak voor de wegversmalling probeerde die geldtransportwagen mij dinsdag brutaal in te halen, terwijl dat al niet meer kon. Ik kon niet meer alles dichtgooien en heb mijn weg vervolgd. (Gazet van Antwerpen, 03/01/1998)
• Ik zag plots drie wagens voor mij op elkaar klappen en heb alles dichtgegooid. (Gazet van Antwerpen, 16/03/1999)
• Wie tegen honderd, de gemiddelde snelheid hier, komt aangereden, mag nog alles dichtgooien. Hij zal voor de bocht nog altijd aan de 60 tot 70 kilometer per uur zitten. (De Morgen, 07/03/2000)