Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 31-10-2021

allemaal wel leuk en aardig maar

betekenis & definitie

(1921) (cliché) gezegd m.b.t. iets dat leuk is maar dat ook minder goede kanten kan hebben.

• Nu dat is allemaal wel leuk en aardig, maar men mag toch ook wel eens ernstig en practisch zijn. (Rotterdamsch nieuwsblad, 11/11/1921)
• Wie eens éen week luistert naar alles wat door de radio komt zal moeten beamen, dat het allemaal wel leuk en aardig amusant is, doch dat, gunstig gezegd, de middelmaat overheerst. (Leeuwarder courant, 30/06/1955)
• Nu was het allemaal wel leuk en aardig dat er steeds weer een krant bij kwam, maar dat gaf ook problemen. (Leeuwarder courant, 21/11/1980)
• Ik bedoel – allemaal wel leuk en aardig en zo, zo'n kleine, maar het is gedaan met het goeie leven, hè. (Els Ruijters: Wij zijn zwanger! 2012)
• Totdat mijn vader belde en zei dat het allemaal wel leuk en aardig was, maar dat alleen doelpunten telden. (Martijn Krabbendam: Pelle spreekt: 1000 questions and more. 2014)
• Het leek allemaal wel leuk en aardig, maar het was voor alles beter als Henry's gezin weer vlug terug naar de stad kwam. (Margreet Maljers: Het verborgen eiland. 2017)