Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 02-11-2022

alle uren een lepel

betekenis & definitie

1) (1895) (sold. Ned.-Indië) dienst in het kamp, bestaande uit: theorie, schermen enz. Zie ook: ieder uur een lepel.

• Wanneer de heer Verhoeven zyn studies op dit gebied voortzet, zal hij b.v. kunnen vernemen, dat afzwaaien ook wel met verlof gaan beteekent, zal bij leeren, dat een pondje beduidt een dag provoost, dat een pierenprikker (de dolk van een adelborst) ook wel slakkensteker wordt geheeten, wegdrukken de gebruikelijke benaming is voor stelen, de kantjes er af loopen wil zeggen, trachten zoo min mogelijk uit te voeren, een douw geven: straf opleggen enz. Alle uur een lepel: de soldatenschool. Petrus heeft de week: 't is slecht week, dus geen excerceeren. Bloote bajonetten: bloote voeten. Oliebalen: uit den weg gaan voor een voertuig, Nogablokken: loodblokken in de patroontasch. Poetskurk: ventje. Roffeljongen: tamboer. Stok: adjudant-onderofficier. Kegeltje van Jan: bronzen medaille. Schildersofficier worden gedegradeerd worden. Piketpalen: worteltjes. Snelvuur: capucijners. (Bredasche courant, 28/06/1918)
• Alle uren een lepel, dienst in het kampement, bestaande uit: theorie, schermen, margaschieten enz. enz. 1895. (J.J.M. Van Dam: 'Jantje Kaas en zijn jongens,' in: Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-1948)

2) (19e eeuw) (Vlaanderen) (sch.) gezegd wanneer iemand langzaam spreekt of werkt.

• Het is een ware rooftocht, maar met tempo's. Alle uren een lepel. (Michaël Théophile Hubert Perelaer: Noordwest en zuidoost: een orkaan in aantocht en kapitein Aart : twee schetsen uit Nederlandsch Indië. 1892)
• Olle eurn e lepel — uitdr.: ‘t is olie eurn e lepel : het gaat zeer traag, het schiet niet op. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)