Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 04-12-2023

alle klapscheten

betekenis & definitie

(1904) (inf.) ieder ogenblik, om de haverklap. Syn.: alle hondsgezeik*; alle kikkeflikken*; alle kikkemikken*; slag* om slinger. Kijk ook onder klapscheet*.

• Daarbij komt nog, dat de kaas niet duur is, alle klapscheten (oogenblikken) een varken ziek, 't is van rapas op rapas (van 't een op 't ander) en menigeen wordt door al dien tegenspoed bakkeran (raakt in den klem), ja, voor de meeste paartjes is 't met recht een schip van bijleg (ze komen geld te kort). (J. De Vries: Westfriesche woorden. 1909)
• (F.A. Stoett: Nederlandsche speekwoorden en gezegden. 1923)
• Dies was men naar den veldwachter getogen voor het opmaken van een proces. Maar verdachte vond dat ook „nie sjuust” Zoo’n veldwachter kon toch geen „preces” maken als ie niks had gezien. Trouwens, aldus verdachte ze zoeken ons en dreigen voor alle „klapscheten” met een „preces”. (Dagblad van Noord-Brabant, 05/11/1937)
• klapskete, znw. mv. in de zegsw. Alle klapskete, om de haverklap, herhaaldelijk. Vgl. fri. alle klapsketen. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)