Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 28-02-2020

aftaaien

betekenis & definitie

(1950+) (Barg., havenarb., sold., zeem.) weggaan; vertrekken; ergens mee ophouden. Misschien van Eng. 'to tie up' (vastleggen) en dus oorspronkelijk een scheepsterm. Vgl. afnokken*. Bij soldaten meestal imperatief gebruikt: 'Taai maar af!' Onder mariniers betekent 'iemand laten aftaaien': hem of haar in de steek laten.

• Nogmaals kalm blijven en de man rustig en vriendelijk uitleggen, dat het een civiele zaak is en geen huisvredebreuk. Dan zal hij alsnog moeten aftaaien. (Het Vrije Volk, 05/06/1970)
• Voordat je zover bent, ben je allang afgetaaid, kerel. (Maarten ‘t Hart: Ik had een wapenbroeder. 1971)
• Hij taaide af, die agressieveling. (Roel van Duijn: Zweet. 1973)
• Je 'wilt dan wel de kist aan het eind van de baan neerzetten en op je fietsje af-taaien. (Limburgsch Dagblad, 28/09/1974)
• Happel is afgetaaid en nu zetelt in Zeist een kapitein van de luchtmacht die veel weg heeft van een aalmoezenier en bij wie vooral de „jongeren“ te biecht kunnen gaan. (Elseviers Magazine. 1978)
• Ik taai af. Ik moet mezelf bewegen. (Bert Hiddema: Zwart geld. 1983)
• Toen je merkte wat daar gaande was had je meteen kunnen aftaaien. (Koos van Zomeren: De witte prins. 1985)
• We kunnen beter aftaaien, vond Sirius. (Boudewijn Büch: Links. 1986)
• In de AD-special verder vooral veel aandacht voor de taal. Dialectoloog Ad van Daalen levert talloze bewijzen voor de stelling dat Amsterdams slechts een platte afwijking van het Nederlands behelst, terwijl het Rotterdams 'de cen-trale bron voor onze standaardtaal' is en 'de belangrijkste doorvoerhaven voor Engelse leenwoorden' zoals 'afnokken' (to knock off), 'aftaaien' (to tie up) en 'halve zool' (asshole). (de Groene Amsterdammer, 30/06/1999)
• Ik heb haar gedag gezegd en ben afgetaaid. (Frans van Es: Who the fuck is Frans van Es? Een greep uit het leven van een marineduiker. 2002)
• An en Sonia zoenen me welterusten en taaien gezamenlijk af. (Liza van Sambeek: Zadelpijn 2. 2004)
• Collega Irma snapte de hint en taaide af. (Cindy Hoetmer: Schop me! 2007)
• ‘Het koffie-apparaat hier is zojuist afgetaaid, da’s mooi pech voor jou,’ reageert hij nichterig. (Ben Haveman: Alles voor de dakgoot. 2011)
• Maar Paula taaide af met de razendknappe bad boy Michael Hutchence, de hitsige zanger van. (Daphne Deckers: De mooiste stukken over seks. 2013)
• Bram taaide met de roadies Ed Talens en Donald Schorr af naar een andere ruimte. (Just Enschedé: Rock & Roll Cabaret. Mijn jaren met Bram Vermeulen en Freek de Jonge. 2014)
• Op zeker moment is Gonzo afgetaaid voor wat hij ‘klusjes’ noemde. (Auke Hulst: Slaap zacht, Johnny Idaho. 2015)
• …. en al kreeg ik, ook dankzij mijn vader, maar drie maanden Nieuwersluis en daarna aftaaien – ik was vríj! (Willem Nijholt: Een ongeduldig verlangen. 2016)
• ‘Nou succes, vriend,’ zei de brandweercommandant, ‘we taaien af. Wij gaan nu feest vieren want we hebben van alles gemist.’ (Gerard Mak: Fuckin blauw. Smeuïge waargebeurde politieverhalen. 2018)