Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 28-02-2020

afschaffertje

betekenis & definitie

(19e eeuw) (euf.) sterke drank, borrel. Een dronkaard werd destijds een 'afschaffer van de kleine glaasjes' genoemd. Verwijst naar de verenigingen die halverwege de 19e eeuw het gebruik van sterke drank wilden terugdringen. 'Van de afschaffing zijn' betekende: lid zijn van zo'n vereniging.

• In de negentiende eeuw (de vruchtbaarste waar het namen van borrels betreft) betitelden dominees en politici die het drankmisbruik aan de kaak stelden het borreltje als pestdrank, terwijl het volk geuzennamen bedacht als afschaffertje, glaasje volkskanker en zielverkopertje. (het Parool, 30/10/1997)
• (Ewoud Sanders: Borrelwoordenboek. 1997)
• (Paul van Riel: Kroegwoordenschat. 1998)