Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 28-02-2020

afkillen

betekenis & definitie

(1990+) (afmaken + killen) (inf.) doden. Samentrekking van afmaken en killen.

• (Corriejanne Timmers: Faxen faxte gefaxt. 2000)
• "Milan ruikt precies wanneer de tegenstander een zwak moment heeft, dat ze kunnen afkillen. (Eindhovens Dagblad, 19/10/2005)
• Drie Australiërs meldden zich langs de zijlijn bij Hiddink. Consolideren of beu-ken? ,,Afkillen,'' zei Hiddink. (Algemeen Dagblad, 13/06/2006)
• (Ewoud Sanders: Van asotaks tot zedenpleger. Tien jaar nieuwe woorden. 2009)