Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-01-2022

achteroverslaan

betekenis & definitie

1) (1934) (inf.) snel uitdrinken. Minder frequent: ‘iets achterover* tikken’.

Verrek jij, antwoordt Marie, maar gooit evengoed het pilsje achterover. (Jan Campert: Die in het donker. 1934)
• ... van een borrel achterover slaan. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede boek. 1968)
• 'Nee hoor, hij drinkt altijd een glaasje karnemelk, wel verdacht heldere karnemelk, hij lust dat ontzettend graag, hij slaat zo'n glaasje in één teug achterover, hij kan er vijf, zes achterover slaan zonder dat je iets aan hem merkt, ... (Maar-ten 't Hart: Het vrome volk. 1974)
• ... omdat de Amerikaanse auteur Ernest Hemingway nu eenmaal niet vieren-twintig uur per dag kon copuleren en sterke drank achterover slaan ... (Lévi Weemoedt: Liefdewerk oud papier, 1980)
• .... die dikke heren op hun chesterfield bankjes... met hun sigaren die ze uit vrije wil roken... hun borrels die ze uit vrije wil achterover slaan. ... (A. F. Th. van der Heijden: Onder het plaveisel het moeras. 1996)
• We tikken elk drie wodka’s achterover met daarachteraan een onduidelijke cocktail. (Erik Jan Harmens: Hallo muur. 2015)
• De zurige alcohol sloegen we achterover bij de hockeyvelden. (Renee Kelder: Parttime-junkie. 2014)
• Hij moest eens weten wat Angèle en ik soms achteroversloegen, zo gauw we De Londres gesloten hadden. We lieten geen restjes in de glazen staan. (Marita de Sterck: Valavond. 2014)

2) (1901) (Ned.-Indië, sold.) (iemand) op 't rapport brengen.

• Achterover slaan: iemand op 't rapport brengen.(Soerabaijasch handelsblad, 24/10/1901) (over kazernetaal)